0.0 | INLEIDING |
1.0 | HET RIJKSBELEIDSKADER |
2.0 | PROVINCIALE BELEIDSPRIORITEITEN |
2.1 | WONEN |
2.2 | VERSTERKING VAN DE SOCIAAL - CULTURELE INFRASTRUCTUUR. |
2.3 | VERSTERKING VAN DE STEDELIJKE ECONOMIE |
2.4 | OPLOSSEN ERNSTIGE MAATSCHAPPELIJKE PROBLEMATIEK |
3.0 | BOVENLOKALE AFSTEMMING |
4.0 | FINANCIËLE MIDDELEN |
5.0 | PROCEDURE EN PLANNING |
BIJLAGE 1 | RIJKSPRESTATIEVELDEN |
BIJLAGE 2 | PROVINCIALE BELEIDSPRIORITEITEN |
BIJLAGE 3 | PROVINCIALE BELEIDSPRIORITEITEN EN RIJKSDOELSTELLINGEN |
Verstedelijking: De onafhankelijk en objectief vastgestelde behoefte aan woningen is uitgangspunt voor ons beleid. Wij willen in eerste instantie in die behoefte kunnen voorzien middels verdichting en intensivering binnen de bestaande bebouwing. Daarbij hanteren we de voorwaarden van kwantiteit, kwaliteit, diversiteit en tijdigheid. Wij zullen hierover bindende afspraken met gemeenten maken, waarbij eventuele financiële ondersteuning in het kader van de stedelijke vernieuwing (ISV) tot de mogelijkheden behoort. Wanneer er niet aan de voorwaarden kan worden voldaan, zullen uitleglocaties in overweging worden genomen. Wonen, zorg en welzijn: De sterk toenemende vraag naar zorg in een vergrijzende, en individualiserende samenleving kan niet los gezien worden van het huisvestingsvraagstuk. We betrekken dat ook als uitgangspunt bij investeringen in de stedelijke vernieuwing (ISV) (…) Financiën (UNA): (..)De indicatieve bijdrage voor ISV Noord-Holland 2005-2010 wordt verhoogd van € 19 miljoen tot € 30 miljoen zodat de integratie met de sociaal-culturele infrastructuur in het kader van ISV-nieuw mogelijk wordt (Fysiek, Sociaal en Innovatief Ruimtegebruik (...). Economie Wij zullen veel aandacht schenken aan de regionale aanpak. Daardoor zullen de potenties van de verschillende regio’s optimaal benut worden. Samen met de partners in de regio’s worden economische actieplannen uitgevoerd, bijvoorbeeld op het gebied van bedrijventerreinen en bereikbaarheid. Per regio zal een sterkte-zwakte analyse worden uitgevoerd. Afhankelijk daarvan zal worden bepaald of een RES-programma voortgezet respectievelijk gestart wordt. |
Bodemsanering – ISV2 Voorwaarde voor stedelijke vernieuwing is de aanwezigheid van een voor de functie geschikte bodem. Dit maakt in veel gevallen in het binnenstedelijk gebied de sanering van de bodem noodzakelijk. Volgens de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) draagt de provincie zorg voor de bevordering en ondersteuning van bodembeheer en bodemsanering bij stedelijke vernieuwing van gemeenten. Gemeenten zijn primair belast en verantwoordelijk voor de uitvoering van bodembeheer en bodemsanering. Zij ontvangen daarvoor financiële middelen die, afkomstig van het Rijk, door de provincie verdeeld worden. De provincie is verantwoordelijk voor de budgetverdeling over de verschillende gemeenten en bepaalt de criteria t.a.v. het inzetten van het budget. Belangrijke criteria zijn:
Deze ontwikkelingen zijn nu grotendeels afgerond. Voor ISV-2 kan het accent derhalve sterker liggen op uitvoering en integratie van bodem in andere beleidsvelden. Bij de beoordeling van gemeentelijke notities en programma’s zal de provincie dit als belangrijk uitgangspunt nemen. Evenals bij ISV-1 beschouwt de provincie de uitvoering van ISV-2 als een gezamenlijke taak van gemeenten en provincie. Wel verwacht de provincie dat gemeenten vanwege de inmiddels opgebouwde expertise en ervaring meer zelfstandig hun uitvoerende taken ter hand kunnen nemen. Dit betekent dat de provincie zich in vergelijking tot ISV-1 meer op zal stellen als bewaker van de financiële en inhoudelijke voortgang. Zoals uit bovengenoemde criteria blijkt zal de provincie er, hier mede toe aangezet door de krimpende budgetten, in samenspraak met de gemeenten nog strikter dan bij ISV-1 op toezien dat de inzet van budgetten leidt tot een zo hoog mogelijk maatschappelijk en milieuhygiënisch rendement. |
“Het aanbod van wonen, welzijn en zorg is volstrekt onvoldoende en deze tekorten zullen de komende jaren alleen nog maar toenemen.” [eindrapport Denktank wonen en zorg, februari 2003] |
Stimuleringsprogramma Wonen Welzijn Zorg Op 9 februari 2004 is in het kader van het Stimuleringsprogramma Wonen, Welzijn, Zorg de deelverordening Wonen, Welzijn, Zorg vastgesteld. Hiermee ondersteunen we de opzet en de realisatie van:
|
Als voorbeelden van maatregelen, die afhankelijk van de situatie kunnen leiden tot een goede vernieuwing van de stad (dorp) en de sociaal-culturele infrastructuur kunnen wij noemen:
|
Relatie tussen onze beleidsprioriteiten en het rijksbeleidskader De eerste twee prioriteiten worden in ons Collegeprogramma expliciet in relatie tot stedelijke vernieuwing genoemd. De eerste prioriteit, betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen, is in het rijksbeleidskader reeds als prestatieveld wonen opgenomen. Wij kiezen er voor om wonen ook als prioriteit op te nemen in dit beleidskader, omdat wij verder willen gaan dan het Rijk, namelijk bindende afspraken maken met gemeenten over de te realiseren lokale bouwopgave. De tweede prioriteit, versterking van de sociale en culturele infrastructuur, komt niet als apart prestatieveld voor in het rijksbeleidskader. Elementen ervan zijn ondergebracht in de rijksprestatievelden 2c (cultuurimpuls) en 4 (fysieke voorwaarden voor aantrekkelijke sociale en veilige omgeving). Deze prestatievelden bieden gemeenten mogelijkheden om voorstellen met betrekking tot de sociale en culturele infrastructuur op te voeren. Prestatieveld 4 hanteert een open doelstelling. Wij hebben deze tweede provinciale prioriteit opgenomen om de sociale dimensie mogelijk te maken voor gemeenten. Wij willen echter over de versterking van de sociaal-culturele infrastructuur met gemeenten afspraken maken in toetsbare en afrekenbare termen in relatie tot een beperkt aantal meetbare indicatoren. Voorstellen met betrekking tot wonen, welzijn en zorg hebben daarbinnen een hoge prioriteit voor ons. De derde prioriteit, versterking van het economisch draagvlak, is toegevoegd om de economische pijler van de stedelijke vernieuwing mogelijk te maken voor gemeenten. Het rijksbeleidskader biedt onvoldoende mogelijkheden voor gemeenten om prestaties op dit gebied te formuleren en te realiseren met de beschikbare rijksmiddelen. Ook voor deze prioriteit geldt dat wij met gemeenten afspraken willen maken in toetsbare en afrekenbare termen in relatie tot een beperkt aantal meetbare indicatoren. De vierde prioriteit, oplossen van een ernstige actuele maatschappelijke problematiek, is afgeleid van het uitgangspunt van het prioritaire UNA-project ISV 2002-2010. Deze provinciale prioriteit komt niet voor in het rijksbeleidskader. |
"Op enkele doelstellingen wordt een nadere vereiste gesteld voor de bovenlokale afstemming. Dat is nodig, want bijvoorbeeld de woningmarkt en ook maatschappelijke problemen houden niet op bij de gemeentegrenzen. Oplossingen moeten vooral op regionaal niveau ingevuld worden en plannen van elke gemeente hebben effecten op buurgemeenten.” [ISV-2 rijksbeleidskader] |
“Op voordracht van de gemeente geeft de provincie advies over de groep gemeenten waarmee de afstemming dient plaats te vinden.” [Wet stedelijke vernieuwing] |
Aan de gemeente wordt gevraagd om het volgende in het MOP of notitie aan te geven:
|
|
Amsterdam | € | 209 miljoen |
Haarlem | € | 21 miljoen |
Zaanstad | € | 11 miljoen |
Alkmaar | € | 6 miljoen |
Datum | Activiteit |
April 2004 | Vaststelling provinciaal beleidskader door GS |
Mei 2004 | Thema-bijeenkomsten voor de gemeenten |
Vanaf mei 2004 | Centrale provinciale helpdesk ISV 2 |
Juni 2004 | Vaststelling provinciaal beleidskader door PS |
September 2004 | Concept Verordening Stedelijke Vernieuwing 2005 in GS |
September 2004 | Vaststelling Rijksbeleidskader en verdeelsleutel door Tweede Kamer |
November 2004 | Verordening Stedelijke Vernieuwing 2005 in PS |
1 oktober 2004 | Gemeenten hebben een door B&W goedgekeurd concept programma ingediend bij GS |
Oktober/november 2004 | Provincie beoordeelt concept programma’s; uiterlijk 1 december wordt het commentaar met de gemeenten gecommuniceerd |
1 december 2004 | Gemeenten hebben een door B&W goedgekeurde concept notitie ingediend bij GS |
December 2004 / januari 2005 | Provincie beoordeelt concept notities; uiterlijk 1 februari wordt het commentaar met de gemeenten gecommuniceerd |
15 februari 2005 | Gemeenten hebben de definitieve door B&W goedgekeurde programma’s bij GS ingediend |
Vanaf 15 februari tot 15 april 2005 | Provincie beoordeelt definitieve programma’s |
1 april 2005 | Gemeenten hebben de definitieve door B&W goedgekeurde notities bij GS ingediend |
Vanaf 15 april tot 1 juni 2005 | Provincie beoordeelt definitieve notities |
15 juni 2005 | Provincie stelt programma’s en notities vast en kent toe dan wel reserveert financiële middelen |
juli 2005 | Provincie organiseert gezamenlijke startbijeenkomst ISV 2 |
15 juli 2010 | Gemeenten dienen aanvraag tot vaststelling investeringsbudget in bij GS |
15 november 2010 | GS stellen definitieve investeringsbudget vast |
Prestatieveld/Beleidsthema | Outputdoelstelling | Outputindicator |
1. Wonen | ||
1a. Balans tussen vraag en aanbod | Betere balans vraag en aanbod op gebied van wonen | Mutaties in de woningvoorraad, uitgesplitst naar:
|
1b. Huisvesting doelgroepen | ||
2. Omgevingskwaliteit | ||
2a. Openbare ruimte | De verbetering van de kwaliteit van de (semi-) openbare ruimte | Oppervlak (in m2 of ha) openbare ruimte waarbij sprake is van een kwaliteitsimpuls |
2b. Groen in de stad | De verbetering van grootschalig groen in de stad | Het aantal grootschalige groenprojecten met bijbehorend oppervlak (ha)(12) |
2c. Cultuurimpuls | Verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving door het integraal benutten en borgen van culturele kwaliteiten in de praktijk van de stedelijke vernieuwing. | Aantal wijken waar fysieke culturele kwaliteiten aantoonbaar en integraal onderdeel uitmaken van de gebiedsontwikkeling, en de mate waarin deze kwaliteiten zijn geborgd in lokale planfiguren en beleid |
Prestatieveld/Beleidsthema | Outputdoelstelling | Outputindicator |
2d. Bodemsanering | Sanering van de bodemverontreiniging in het stedelijk gebied (incl. nazorg en asbest) | Aan te pakken deel van de werkvoorraad gerelateerd aan het landsdekkende beeld bodemsanering in aantallen (sanering en onderzoek) m2 en m3 (oppervlakte en in de bodem aanwezige ernstig verontreinigde grond) en m3 (de te saneren verontreinigd) grondwater en bpe’s (bodemsaneringsprestatie-eenheden). Vermelden welk deel hiervan door saneringen in eigen beheer tot stand zal komen (zonder overheidsbijdrage in de financiering) |
2e. Geluidssanering | Verbetering van de geluidssituatie bij de zogenaamde A- en railwoningen | Aantal A- en railwoningen (absoluut en als % van het totaal in de gemeente) waar de saneringssituatie aan het eind van het ISV2-tijdvak is opgelost |
2f. Luchtkwaliteit | Verbeteren van de binnenstedelijke luchtkwaliteit; | Het aantal meters wegvak dat naar redelijke verwachting onder de normen uit het Besluit luchtkwaliteit wordt gebracht(13) |
2g. Milieukwaliteit | ||
2h. Water en watersystemen | ||
3. Zorgvuldig ruimtegebruik | ||
3a. Intensivering woningbouw | Per saldo intensivering van woningbouw binnen bestaand bebouwd gebied | Saldo toe te voegen woningen in bestaand bebouwd gebied(14) |
3b. Bereikbaarheid | ||
4. Fysieke voorwaarden voor aantrekkelijke sociale en veilige omgeving | ||
4a. Fysieke ruimte voor sociale voorzieningen | Fysieke ruimte scheppen voor sociale voorzieningen (een zgn. open doelstelling)(15) | Gemeente stelt in samenwerking met Rijk (c.q. provincie) een eigen meetbare indicator op |
Provinciale beleidsprioriteit | Doel | Resultaat |
1. Wonen |
|
|
2. Versterking Sociaal-Culturele Infrastructuur(19) | ||
Stimuleren integrale aanpak wonen, welzijn, zorg | Integrale aanpak van de stedelijke vernieuwing levert een wezenlijke bijdrage aan de uitbreiding van het aanbod van wonen, welzijn en zorg. | Het betreft hier voorbeelden van mogelijke resultaten. Zoals gezegd gaat het om maatwerk per gemeente. De gemeente geeft aan binnen welke context de beoogde resultaten belangrijk zijn, bijvoorbeeld: |
Deelverordening Wonen, Welzijn, Zorg | Een gecombineerde integrale aanpak wonen, welzijn en zorg. | 5 Pilotprojecten op lokaal niveau. |
Sociale Infrastructuur | Integrale aanpak van stedelijke vernieuwing levert een wezenlijke bijdrage aan het versterken van de sociale infrastructuur. | Het betreft hier voorbeelden van mogelijke resultaten. Zoals gezegd gaat het om maatwerk per gemeente. De gemeente geeft aan binnen welke context de beoogde resultaten belangrijk zijn, bijvoorbeeld:
|
Culturele Infrastructuur | Integrale aanpak van de stedelijke vernieuwing levert een wezenlijke bijdrage aan de versterking van de culturele infrastructuur. | Het betreft hier voorbeelden van mogelijke resultaten. Zoals gezegd gaat het om maatwerk per gemeente. De gemeente geeft aan binnen welke context de beoogde resultaten belangrijk zijn, bijvoorbeeld:
|
Provinciale beleidsprioriteit | Doel | Resultaat |
3. Versterking Stedelijke Economie | Het creëren van ruimte voor economische activiteiten binnen bestaand stedelijk gebied. |
|
4. Oplossen ernstige maatschappelijke problematiek | De oplossing van een ernstige maatschappelijke problematiek een stevige impuls te geven. |
|
Provinciale Beleidsprioriteit | Provinciaal Doel | Prestatieveld (Rijk) | Outputdoelstelling (Rijk) | Afstemming |
Wonen |
| Wonen (1) |
| De gemeenten moeten in hun MOP’s/notities aangeven welke kwantitatieve doelstellingen zij hebben voor de komende ISV-periode. Dit betekent dat de provincie bindende afspraken met de gemeenten maakt over de lokale bouwopgave. De provincie gaat hierin dus een stap verder dan het Rijk. |
Versterken Sociaal-Culturele Infrastructuur | ||||
Sociale Infrastructuur
| Fysieke voorwaarden voor een aantrekkelijke en sociale en veilige omgeving (4) | Fysieke ruimte scheppen voor sociale voorzieningen (een zgn. open doelstelling)(21) | Indien uit de MOP/notitie van de gemeenten blijkt dat de rijksmiddelen onvoldoende mogelijkheden bieden om de problemen op te lossen, kunnen de gemeenten in aanmerking komen voor extra provinciale middelen | |
Deelverordening Wonen, Welzijn, Zorg
| Fysieke voorwaarden voor een aantrekkelijke en sociale en veilige omgeving (4) | Fysieke ruimte scheppen voor sociale voorzieningen (een zgn. open doelstelling) | Indien uit de MOP/notitie van de gemeenten blijkt dat de rijksmiddelen onvoldoende mogelijkheden bieden om de problemen op te lossen, kunnen de gemeenten in aanmerking komen voor extra provinciale middelen | |
Culturele Infrastructuur
| Omgevingskwaliteit (cultuurimpuls) (2c) | Verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving door het integraal benutten en borgen van culturele kwaliteiten in de praktijk van stedelijke vernieuwing. | Indien uit de MOP/notitie van de gemeenten blijkt dat de rijksmiddelen onvoldoende mogelijkheden bieden om de problemen op te lossen, kunnen de gemeenten in aanmerking komen voor extra provinciale middelen | |
Provinciale Beleidsprioriteit | Provinciaal Doel | Prestatieveld (Rijk) | Outputdoelstelling (Rijk) | Afstemming |
Versterking van de stedelijke economie | Het creëren van ruimte voor economische activiteiten binnen bestaand stedelijk gebied. | ----- | ----- | De provincie heeft dit beleidsthema toegevoegd om in de niet-rechtstreekse gemeenten ook de economische pijler te kunnen stimuleren. Het rijksbeleidskader biedt onvoldoende mogelijkheden voor gemeenten om prestaties op dit gebied te formuleren en te realiseren met de beschikbare rijksmiddelen. Indien uit de SWOT-analyse van de gemeente blijkt dat de kansen voornamelijk liggen op het gebied van het versterken van de stedelijke economie en de rijksmiddelen reeds worden bestemd voor de prestatievelden van het rijksbeleid, dan bestaat de mogelijkheid dat de gemeente in aanmerking komt voor extra provinciale middelen. |
Oplossen ernstige maatschappe-lijke problematiek | De oplossing van een ernstige maatschappelijke problematiek een stevige impuls geven. | ----- | ----- | Voor dit provinciaal beleidsprioriteit biedt het rijksbeleidskader onvoldoende mogelijkheden. De gemeenten zullen in de loop van 2004 worden gevraagd voor deze beleidsprioriteit aan te geven in hoeverre zij te maken hebben met ernstige maatschappelijke problematiek. Daarbij moet hoofdzakelijk worden aangegeven op welke manier de gemeente deze problemen verwacht op te lossen. |