Versie 17 mei 2005
Nota van Wijzigingen Ruimtelijk Functioneel Plan en Garantieplan Middenboulevard
naar aanleiding van de motie van de gemeenteraad van 19 april 2005


Vastgesteld door de gemeenteraad van Zandvoort d.d. ?????
Inwerkingtreding d.d. ?????
Gepubliceerd d.d. ????? in De Zandvoorter

Gemeente Zandvoort

Telefoon: 023 574 01 00
Fax: 023 571 37 24
E-mail: info@zandvoort.nl
Internet: www.zandvoort.nl
Postadres: Postbus 2
2040AA Zandvoort
Bezoekadres: Swaluëstraat 2
Zandvoort
Bankrekening: BNG 28.50.10.034
Registratienr: 2005/4926


Samengesteld uit de volgende documenten:
Nota van Wijzigingen midd blvd.doc versie 17 mei 2005..doc
bijlage 2gewijzigde gebiedsindeling.doc
bijlage 3 midd blvd herhuisvesting.doc
Bijlage 4 midd blvd varianten.doc
Bijlage 6 midd blvd varianten meer minder woningen.doc
Bijlage 7 midd.blvd..doc
bijlage 8 MB reactie college op 14 aprildoc.doc
Deze documenten staan hier op de gemeentelijke WEB-site.
Bijlage 5 staat niet op de gemeentelijke WEB-site en is overgeschreven van papier.

INHOUDSOPGAVE
1.0INLEIDING
2.0HET GEBIED VUURBOETSTRAAT
2.1
TEKST VAN DE MOTIE
2.2
BESCHOUWING
2.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
3.0NOORDZIJDE VAN HET BADHUISPLEIN/ZUIDZIJDE VAN HET DE FAVAUGEPLEIN
3.1
TEKST VAN DE MOTIE
3.2
BESCHOUWING
3.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
4.0DE WONINGEN AAN DE BURG. ENGELBERTSSTRAAT EN HERSCHRIKKING BOUWVOLUMES UITWERKINGSGEBIED DE FAVAUGEPLEIN.
4.1
TEKST VAN DE MOTIE
4.2
BESCHOUWING
4.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
5.0AANVULLINGEN OP HET GARANTIEPLAN
5.1
TEKST VAN DE MOTIE
5.2
BESCHOUWING
5.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
6.0UIT HET GARANTIEPLAN VERWIJDEREN
6.1
TEKST VAN DE MOTIE
6.2
BESCHOUWING
6.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
7.0SECOND OPINION
7.1
TEKST VAN DE MOTIE
7.2
BESCHOUWING
7.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
8.0ERFPACHT
8.1
TEKST VAN DE MOTIE
8.2
BESCHOUWING
8.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
9.0FINANCIËLE ONDERBOUWING
9.1
TEKST VAN DE MOTIE
9.2
BESCHOUWING
9.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
10.0OVERIGE VRAGEN
10.1
TEKST VAN DE MOTIE
10.2
BESCHOUWING
10.3
WIJZIGINGSVOORSTEL
Bijlage 1De motie van 19 april 2005
Bijlage 2Gewijzigde gebiedsindeling
Bijlage 3Herhuisvestingsmogelijkheden
Bijlage 4Varianten RFP
Bijlage 5Brief BNG/OPP
Bijlage 6Varianten meer en minder woningen per deelgebied
Bijlage 7Varianten meer en minderwoningen (op hoofdlijnen)
Bijlage 8Reactie van het college op de vragen, wensen en opmerkingen uit de commissievergadering van 14 april 2005.
8.01Woningen aan de Burg,.Engelbertsstraat, waarom moeten ze wijken?
8.02Waar kunnen de bewoners van de woningen aan de Burg. Engelbertsstraat vervangende woonruimte vinden?
8.03Kan het garantieplan worden aangepast in de zin van dat er een gesloten beurzen regeling kan komen, met een aan- en terugkoopgarantie, een peildatum voor waardebepaling en een anti-speculatiebeding ?
8.04Kan er een actievere benadering van betrokkenen in het gebied worden neergelegd in het garantieplan als het gaat om het aanbod van ondersteuning?
8.05Kan de "schaderegeling tijdens de bouw" uit het garantieplan?
8.06Wat is de opvatting van de ondernemers?
8.07Heeft een wellnesshotel slagingskans?
8.08Waar is de inventarisatie van de wensen van de bewoners, is er al gesproken met de individuele betrokkenen?
8.09Kan de begrenzing van de pool Badhuisplein en omgeving niet logischer?
8.10Waarom is er niet meer met de bewoners overlegd?
8.11Waarom is de Nota van Uitgangspunten 2002 niet gevolgd?
8.12Waarom is het amendement van juni 2004 niet uitgevoerd?
8.13Waarom zijn de aanbevelingen van procesbegeleider Ouwerkerk niet opgevolgd?
8.14Waarom is er zo veel geld aan de heer Ouwerkerk uitgegeven?
8.15Waar is de volledige financiële dekking onder het plan?
8.16Waarom is er nog geen nadere invulling/second opinion van de financiële onderbouwing?
8.17Welke ruimte is er om de bouwblokken anders in te vullen dan op de maquette ? (Gewezen wordt op de effecten van sommige keuzes uit het model)
8.18Betekent een exploitatieverordening dat er baatbelasting wordt opgelegd?
8.19Betekent een aanpak van de polen onvermijdelijk een ingreep in de aanliggende gebieden?
8.20Wat gaat er gebeuren met de erfpacht?
8.21Waar is de reactie op het schrijven van de heer Weilers?
8.22Wat zijn de financiële consequenties van de te verwachte WOZ in het betreffende gebied?

1.0 INLEIDING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

Op 19 april 2005 nam de gemeenteraad van Zandvoort over het onderwerp Middenboulevard een motie aan (bijlage 1).

De strekking van de motie was om het college een aantal zaken uit te doen werken, om in de raadsvergadering van 9 juni 2005 een besluit te kunnen nemen over het Ruimtelijk Functioneel plan Middenboulevard (RFP) en het bijbehorende Garantieplan.

Het college heeft, in overleg met de Stuurgroep Middenboulevard, de elementen uit de motie ieder afzonderlijk behandeld. Ze worden in deze Nota van Wijzigingen besproken, waarbij steeds afgesloten wordt met een voorstel tot wijziging op het eerder aangeboden ontwerp-RFP en ontwerp-Garantieplan.

De Nota van Wijzigingen wordt na vaststelling een onlosmakelijk onderdeel van het Ruimtelijk Functioneel Plan Middenboulevard en het Garantieplan. De vastgestelde aanpassingen en aanvullingen van Nota van Wijzigingen worden verwerkt in het Ruimtelijk Functioneel Plan Middenboulevard en het Garantieplan.



2.0 HET GEBIED VUURBOETSTRAAT
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

2.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Het gebied Vuurboetstraat e.o. in het Ruimtelijk Functioneel Plan aan te wijzen als een woonverbetergebied.

2.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Het gebied Vuurboetstraat is gelegen aan de zuidzijde van het gebied Middenboulevard en in de fasering als laatste aan de beurt. Bij de inrichting van dit gebied is in het Ruimtelijk Functioneel Plan gesteld dat het karakter van het duinmodel ook hier tot zijn recht dient te komen; daarmee wordt een ruimtelijk verband gelegd tussen de bebouwingswijze van de Zuid- en de Middenboulevard. Feitelijk is het duinmodel aan de boulevard al enigszins zichtbaar.

Bij eerdere besprekingen is al aangegeven dat er in dit gebied ruimte zal wordt geboden voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap. In het huidig gebruik en de huidige eigendomsstructuur ligt ook een aanleiding om dit zo in te vullen.

De wens om dit gebied scherper te benoemen als een gebied waar het particulier initiatief leidend is bij de nieuwe invullingen kan worden gehonoreerd. Bij een beschouwing van de mate waarin dit gebiedsdeel bijdraagt aan de totale uitstraling/ontwikkeling/exploitatie valt te constateren dat deze benadering de Middenboulevardontwikkeling niet in de kern raakt.

Dit laat onverlet dat de Gemeente Zandvoort, om te kunnen reageren op particuliere initiatieven, wel een idee van de inrichting moet hebben om met de betrokkenen te kunnen overleggen. Dit is in de optiek van het college nog steeds het duinmodel (waarin ook het parkeren op een verantwoorde wijze wordt aangepakt. De bebouwing zal kleinschaliger zijn, in kleinere eenheden om initiatieven op kleinere schaal mogelijk te maken; men spreekt tegenwoordig wel van “urban villas” als mogelijkheid.
De groei naar het duinmodel is dus veel geleidelijker, minder gestructureerd en naar mag worden verwacht meer gespreid in de tijd.

Het bestemmingsplan zal voor dit gebied in planologisch opzicht de gewenste benadering vertalen in een aanduiding waarbij de huidige bebouwing wordt bevestigd en er een wijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen op basis waarvan men kan veranderen.

2.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Het gebied Vuurboetstraat te beschouwen als een woonverbetergebied, wat inhoudt dat:


3.0 NOORDZIJDE VAN HET BADHUISPLEIN/ZUIDZIJDE VAN HET DE FAVAUGEPLEIN
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

3.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
De panden aan de noordzijde van het Badhuisplein/zuidzijde van het De Favaugeplein en het eerste blok zuidzijde Burg. Engelbertstraat te voegen bij het uitwerkingsplan De Favaugeplein.

3.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
De grens tussen de gebiedsdelen Badhuisplein en De Favaugeplein is in het RFP noordelijker getrokken dan de noordwand van het huidige plein. De reden daarvan was om de pool Badhuisplein, overeenkomstig de bedoeling van het duin-plus-model, voldoende flexibiliteit bij de ontwikkelingsruimte te geven, inclusief het voorzien in de benodigde parkeerruimte.

Er kan worden tegemoetgekomen aan de grensverlegging, zie hiervoor de nieuwe kaart gepresenteerd in bijlage 2.
Dit levert voor dit deel een andere fasering op en voor de pool Badhuisplein ontwikkelingsruimte die zich meer richt op het oorspronkelijke plein en de zuidzijde van dit gebied. Dit laat onverlet dat het gedeelte, dat nu aan het gebied De Favaugeplein is toegevoegd, een stedenbouwkundige inrichting moet krijgen die ruimtelijke en kwalitatief aansluit op die van de pool. Ook moet dit gebied nog evenzeer een bijdrage leveren aan de parkeerbehoefte van de pool.

3.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
De grens tussen de gebiedsdelen Badhuisplein en De Favaugeplein aan te passen zoals getoond op de kaart van bijlage 2;
Voor het “verschoven” gedeelte de benadering en aanduidingen te hanteren van het gebied De Favaugeplein.



4.0 DE WONINGEN AAN DE BURG. ENGELBERTSSTRAAT EN HERSCHRIKKING BOUWVOLUMES UITWERKINGSGEBIED DE FAVAUGEPLEIN.
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

4.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Het college antwoord geeft op de vraag of de woningen aan de Burg. Engelbertstraat kunnen blijven staan, mede in het licht van ontbrekende alternatieven bij vervangende nieuwbouw en daarbij aan te geven welk bouwvolume door herschikking in het uitwerkingsgebied De Favaugeplein gerealiseerd zou kunnen worden, waarbij in geen geval verder de hoogte mag worden ingegaan.

4.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Het gaat er in het duinmodel om, om doorzicht naar zee te scheppen en geen gesloten rijen woningen te hebben. Daarnaast is in het duinmodelplus voor het oplossen van het parkeervraagstuk gekozen voor het aanbrengen van een parkeerlaag op de bestaande begane grond met daarboven duin als afdekking en nieuwe gebouwen. Deze oplossing is kwalitatief de beste ook omdat het huidige parkeren op het maaiveld in één keer wordt aangepakt. Dit maakt wel dat bestaande woongebouwen en woningen hiermee niet zijn te combineren en dit geldt ook voor de woningen aan de Burg. Engelbertsstaat.

In de kaart van bijlage 3 staat aangegeven waar de realisering van woningtypen zoals die van de Burg. Engelbertsstraat in het gebied Middenboulevard mogelijk is: het Watertorenplein en de huidige Passage (Van Fenemaplein-dorpszijde).
(NB In dezelfde kaart staat ook de herhuisvestingsmogelijkheden van anderen aangeduid.)

Er zijn dus alternatieven voor de woningen denkbaar, maar het college heeft naar aanleiding van de motie ook nagedacht over opties in het gebied zelf. Door een mogelijke variant met kleinere clusters is het denkbaar hier vergelijkbare woningtypen te maken, niet letterlijk, maar toch in de geest van. Het is dit soort uitwerkingen, dat in de vervolgfase in overleg nog nader kan worden gevarieerd naar de meest wenselijke.

Het college heeft geoordeeld dat in het kerngebied tussen de polen het duinmodel tot zijn recht moet komen. Daar zijn naast het voorbeeld van de maquette nog andere varianten voor denkbaar, waarvan er een drietal worden getoond in bijlage 4. Deze varianten zijn eveneens gebaseerd op de 525 woningen van het RFP. Dit getal kan worden gewijzigd door het verlagen respectievelijk verhogen van het aantal bouwlagen.

De drie varianten laten zien dat in het gebied tussen de beide polen mogelijkheden zijn om de bouwvolumes op een andere manier te schikken. Om dit te kunnen doen is er gewerkt met kleinere clustermaten (40x40m/45x45m). Daardoor kan er soepeler geschikt en geschakeld worden en kan bijvoorbeeld een cluster toegevoegd worden ter compensatie van het totaal programma.
De clusters hebben een basishoogte van 4 lagen met daarop hoogteaccenten. De clusters kunnen voorzien worden van diverse doorgangen en doorzichten. Het idee van het beschermd binnenmilieu blijft gehandhaafd, tevens blijft het duinmodel bestaan.
Omdat makkelijker kan worden geschoven met de kleinere clusters is de fasering flexibeler geworden, ook dit is te zien in de verschillende varianten.
Voorts is in de varianten rekening gehouden met het flatgebouw d’Orange aan het Schuitengat. Door te werken met kleinere clustereenheden kunnen in plaats van één cluster naast de flat twee clusters gerealiseerd worden.
Hierdoor is het nieuw toe te voegen bouwvolume makkelijk los te koppelen van het betreffende flatgebouw, zodat de afstand tussen de bestaande bebouwing en de nieuwbouw groter wordt.

Het gestelde in de motie, dat afgezien moet worden van hogere bouw, is gerespecteerd. De varianten beslaan tevens het gebied Van Fenemaplein, om te tonen dat ook hier variaties binnen het duinmodel mogelijk zijn.
De varianten, die zijn getekend, geven andere bouwvolumes, maar maken (ongeveer) eenzelfde invulling met functies mogelijk. Daarmee zijn zij wat exploitatie betreft vergelijkbaar met die waarop het RFP is gebaseerd. In par. 9 is ingegaan op de wens uit de motie om te variëren met woningaantallen.

Zoals eerder gesteld heeft het college niet voor ogen hoe in dit gebiedsdeel aan het inrichtingsprincipe en kwaliteitsniveau van het duinmodel kan worden voldaan in combinatie met de huidige bebouwing. Een praktisch bezwaar is ook het realiseren van een met duin af te dekken parkeerlaag op het bestaande maaiveld. Het college komt met de variatiemogelijkheden tegemoet aan de wens nog gerichter te ontwerpen voor de direct betrokkenen.

4.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Ten vergroting van de herhuisvestingskansen voor de bewoners van de Burg. Engelberts- straat niet alleen vergelijkbare woningtypen mogelijk maken in de deelgebieden Watertoren- plein en Van Fenemaplein-dorpszijde, maar ook in het deelgebied De Favaugeplein zelf;
Variatiemogelijkheden in de gebieden tussen de polen te tonen als voorbeelden van uitwerking naast het voorbeeld van de maquette;
In het ontwerpbestemmingsplan deze opties te beschrijven.
Dit betekent, dat de woningen aan de Burg. Engelbertsstraat niet kunnen worden gehandhaafd.



5.0 AANVULLINGEN OP HET GARANTIEPLAN
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

5.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
In het garantieplan op te nemen:
5.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Aankoopgarantie

Het principe van de aankoopgarantie houdt in, dat de gemeente onroerende zaken eerder verwerft dan strikt noodzakelijk is voor de planrealisatie. Deze aankoopgarantie neemt voor de huidige eigenaren een stuk onzekerheid weg over de verkoop van hun onroerende zaak. Als tegenprestatie verkrijgt de gemeente de zekerheid, dat de onroerende zaken op het gewenste moment beschikbaar zijn. De aankoopgarantie geldt uitsluitend voor de te slopen onroerende zaken. Daarnaast geldt als voorwaarde, dat de onroerende zaken onbezwaard worden geleverd (d.w.z. vrij van gebruiksrechten en/of zakelijke rechten). De datum van juridische levering zal in overleg met de verkopende partij worden bepaald. In overleg met betrokkenen zal de garantie verder worden ingevuld.
Deze aankoopgarantie heeft echter wel tot gevolg, dat rekening moeten worden gehouden met extra kosten, die mogelijk deels kunnen worden gedekt uit opbrengsten uit tijdelijk verhuur. Volgens een voorlopige raming kan dit tot gevolg hebben, dat een bedrag van ±
€ 1.000.000,- ten laste komt van de grondexploitatie.

Peildatum waardebepaling

Voor de bepaling van de waardebepaling wordt uitgegaan van de peildatum 1 januari 2005, waarbij de WOZ waarde per die datum als basis kan dienen voor de te slopen panden. De WOZ waarde houdt echter geen rekening met zaken, zoals erfpacht. Deze aspecten zullen bij de waardebepaling worden meegewogen.

Anti-speculatiebeding..
Dit aspect wordt nader toegelicht in de gesloten beurzenregeling.

Recht van eerste koop gemeente Zandvoort tegen de geïndexeerde waardebepaling zoals die was bij verwerving

Dit aspect wordt nader toegelicht in de gesloten beurzenregeling.

Schadeloosstelling omwonenden in verband met overlast gedurende bouwperiodes

Dit aspect wordt toegelicht in paragraaf 6.

Gesloten beurzenregeling met gelijkwaardige nieuwe woning

Het principe van de gesloten beurzenregeling is dat er voor de te slopen woning een vergelijkbare nieuwe woning wordt verkregen. De uitwerking van dit principe dient getoetst te worden aan maatschappelijke, fiscale en juridische aspecten.
Verondersteld kan worden dat de kostprijs voor de nieuwe woning doorgaans lager kan zijn dan haar marktwaarde. Bij betaling van de kostprijs van een nieuwe woning in plaats van de marktwaarde is er sprake van een meerwaarde. De meerwaarde die verkregen wordt uit deze regeling, mag niet aangemerkt worden als schenking. Gezien de maatschappelijke doelstellingen van de gemeente met dit project en haar verantwoordelijkheid in deze naar haar overige bewoners/belastingbetalers kan van vrijgevigheid geen sprake zijn. In verband hiermede zijn twee varianten uitgewerkt waarbij voorwaarden zijn geformuleerd die tot doel hebben de meerwaarde bij vervreemding weer terug te laten vloeien naar de gemeente.
Bij het begrip vergelijkbare woning wordt uitgegaan van een woning van een vergelijkbaar oppervlakte en uitzicht.

Variant 1

In deze variant krijgt de bewoner ter vervanging van zijn oude woning een woning die qua oppervlakte en uitzicht vergelijkbaar is met zijn oude woning. Uitgangspunt is, dat de woonlasten voor betrokkene niet hoger worden. Hierbij zal rekening worden gehouden met o.a. energiekosten en servicekosten.

Omdat de nieuwe woningen een hogere marktwaarde vertegenwoordigen, zullen in de betreffende overeenkomsten met de eigenaren de volgende voorwaarden worden opgenomen:
  1. Een anti speculatiebeding, met eventueel kettingbeding. Hierbij wordt na indexering van de oorspronkelijk koopprijs (is koopprijs oude woning) bij vervreemding de winst afgedragen aan de gemeente.
  2. Een recht van eerste terugkoop door de gemeente, waarbij de gemeente het pand tegen de oorspronkelijk en geïndexeerde koopprijs (is prijs oude woning) kan terugkopen.
Voorbeeld:
Koopprijs (= tevens koopprijs oude woning)€ 200.000,--
Opbrengst bij verkoop op moment X€ 300.000.--
Index prijsstijging op moment X t.o.v. oorspronkelijke 
Koopprijs + b.v. 10%€ 220.000,--
Voor de gemeente€ 80.000.--
Eigenaar krijgt€ 220.000.--
Variant 2

In deze variant kiest de koper voor een niet gelijkwaardige nieuwe woning, waarbij ten opzichte van de oude woning een extra investering noodzakelijk is. De koper zal deze meerinvestering, die gebaseerd wordt op de kostprijs, moeten financieren. In dit geval zal de gemeente bemiddelen in het verkrijgen van gunstige financieringsvoorwaarden. Dezelfde voorwaarden als in variant 1 zijn van toepassing, waarbij de koopprijs gelijk is aan de oorspronkelijke kostprijs van de oude woning plus de extra investering op de nieuwe woning.

Voorbeeld:
Koopprijs oude woning)€ 200.000,--
Kostprijs tevens koopprijs nieuwe woning€ 250.000,--
Extra investering (tegen kostprijs en te financieren 
tegen gunstige voorwaarden€ 50.000,--
Opbrengst bij verkoop op moment X€ 375.000.--
Index prijsstijging moment X t.o.v. oorspronkelijke 
Koopprijs + b.v. 10% =€ 275.000,--
Voor de gemeente€ 100.000.--
Voor de eigenaar€ 275.000.--
In overleg met bewoners en vereniging van eigenaars kunnen ook individuele wensen op maat worden uitgewerkt en verrekend.

Om speculatie te voorkomen is tevens besloten om de bepalingen van het garantieplan van toepassing te verklaren op eigenaren/gebruikers, die voor 1 januari 2005 officieel stonden geregistreerd.

5.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Een aankoopgarantie in het garantieplan op te nemen overeenkomstig de uitgangspunten van de beschouwing.
De peildatum waardebepaling vast te stellen op 1 januari 2005.
Een anti-speculatiebeding in het garantieplan op te nemen overeenkomstig de uitgangspunten in de beschouwing.
Een recht van eerste koop door gemeente Zandvoort tegen de geïndexeerde waardebepaling zoals die was bij verwerving in het garantieplan op te nemen overeenkomstig de uitgangspunten van de beschouwing.
Een gesloten beurzenregeling met gelijkwaardige nieuwe woning op te nemen overeenkomstig de in de beschouwing genoemde alternatieven.
Om speculatie te voorkomen verklaren, dat de bepalingen van het garantieplan van toepassing zijn voor eigenaren/gebruikers die per 1 januari 2005 officieel geregistreerd stonden, met dien verstande, dat de aankoopgarantie voor alle eigenaren van de te slopen onroerende zaken geldt.



6.0 UIT HET GARANTIEPLAN VERWIJDEREN
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

6.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Uit garantieplan verwijderen van de mogelijkheid tot schadeloosstelling omwonenden in verband met overlast gedurende bouwperiodes.

6.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Uit de teksten van het garantieplan zou gelezen kunnen worden dat er schaderegelingen voor omwonenden in het leven worden geroepen in verband met overlast tijdens de realisering van de bouw (teksten op blz. 10 en 32).
Op meerdere plaatsen in het garantieplan is expliciet gesteld dat de bepalingen gelden voor hen wier pand gesloopt wordt. Het is dan niet juist om elders formuleringen te laten staan die anders suggereren.
Wel kan er verwezen worden naar bestaande wettelijke regelingen zoals, die welke betrekking heeft op planschade.

6.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Uit het garantieplan teksten te verwijderen die de suggestie wekken dat er een schadeloosstelling voor omwonenden is in verband met de overlast van het bouwen.



7.0 SECOND OPINION
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

7.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Een “second opinion”wordt uitgevoerd door de BNG inzake de grondexploitatie die onderligger is bij het Ruimtelijk Functioneel Plan.

7.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
BNG/OPP heeft op 3 maart jl. schriftelijk een eerste oordeel gegeven over her RFP en de mogelijkheden van het plan. Deze partij heeft interesse getoond om op basis van het RFP te participeren in het vervolg. De invulling van een dergelijke samenwerking zou plaats moeten vinden in de tweede fase.
Het college heeft direct na de raadsvergadering van 19 april BNG/OPP gevraagd of zij de gevraagde “second opinion” zouden kunnen leveren. Het antwoord was daarop dat zij dat binnen de gestelde termijn (gemeenteraad van 9 juni 2005) onmogelijk konden doen, gelet op de door hen gehanteerde aanpak daarbij.

BNG/OPP heeft ons echter wel medegedeeld, dat de door BBN opgestelde grondexploitatie deugdelijk is en marktconform
De levende zorg over de positie van de gemeente in het planproces, kan mogelijk worden ondervangen door de BNG/OPP als partner te betrekking bij de verdere ontwikkeling. Aan BNG/OPP is gevraagd een haalbaarheidsstudie te doen. Hierbij zullen de te onderkennen trends, de grondexploitatie, het verkooppotentieel, het RFP, het Garantieplan, de regeling planschade e.d. elementen zijn die in de studie betrokken zullen worden. Alles met de bedoeling om te komen tot een transparantie grondexploitatie en een stevige positie van de gemeente ten opzichte van andere belanghebbenden.
Deze haalbaarheidstudie kan ook worden gebruikt voor de eventueel te maken vervolgafspraken met Vesteda (en eventueel andere partijen)over een navolgende samenwerkingsovereenkomst.
Hierbij wordt aangetekend dat de gemeenteraad is toegezegd dat alvorens een nieuwe overeenkomst met een derde wordt gesloten, hierover overleg plaatsvindt met de gemeenteraad.

7.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Het RFP aan een second opinion te onderwerpen en de resultaten van die beoordeling aan de raad voor te leggen bij de voorstellen omtrent de inrichting van de vervolgfase. De extra kosten hiervan ten laste te brengen van de grondexploitatie.



8.0 ERFPACHT
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

8.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Duidelijkheid wordt gegeven over de bekende vragen van bewoners over de erfpacht

8.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Het college ziet in dat de problematiek van de erfpacht aandacht verdient.
Voor de erfpachters, die behoren tot de groep die onder het garantieplan vallen, zijn de bepalingen van het garantieplan van kracht. Erfpacht is in die zin een onderdeel van de regelingen, besprekingen, afspraken en de transacties die in het kader van het garantieplan met eigenaren worden overeengekomen.
Er is in het garantieplan gesteld dat de huidige erfpachtcontracten in de Middenboulevard niet zullen worden verlengd. Dit is het enige feit waarvan mag worden uitgegaan. Verlenging wekt namelijk de suggestie dat uitgegaan wordt van voortzetting van de erfpachtcontracten onder de huidige, inmiddels verouderde, voorwaarden. De keuze wat te doen na afloop van de contracten, of gronden (gedeeltelijk) opnieuw in erfpacht uitgeven onder andere voorwaarden en andere (lees: hogere) canon of gronden niet in erfpacht uitgeven, is nog niet gemaakt.
Het vraagstuk van het erfpacht (voor de te handhaven panden) staat echter los van de besluitvorming omtrent het RFP.
Het college zal omtrent dit vraagstuk in 2006 de gemeenteraad een Plan van Aanpak ter vaststelling voorleggen.

8.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Er is op dit punt geen wijzigingsvoorstel te formuleren.



9.0 FINANCIËLE ONDERBOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

9.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
De financiële onderbouwing van het RFP te baseren op de, naar aanleiding van de bij de raad levende opvattingen, aangepaste versie van het RFP, waarbij de doorrekeningen van de grondexploitatie in een ruimer perspectief worden geplaatst en daarbij meerdere varianten worden doorberekend.

9.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
Deze vraagstelling is tweeledig uitgevoerd.
  1. Per deelgebied zijn de effecten inzichtelijk gemaakt van realisatie van meer en minder woningen, zie bijlage 6.
    Bij het aanwijzen van de Vuurboetsstraat als woonverbetergebied zoals geformuleerd in par. 2, zal dit gebied geen onderdeel meer uitmaken van de grondexploitatie. Deze wijziging resulteert in een positieve bijstelling van de grondexploitatie van € 11,4 miljoen (NCW).
    Uit de exercities met verdichten dan wel verdunnen in verschillende deelgebieden, kan geconcludeerd worden dat bij minder woningen de opbrengsten teruglopen en de kosten gelijk blijven, waardoor de grondexploitatie negatief wordt beïnvloed. Ook hiervan zijn in bijlage 6 varianten inzichtelijk gemaakt. De berekende varianten zijn niet visueel uitgewerkt.
  2. Om inzicht te krijgen in het effect van meer en minder woningen op het NCW saldo zijn de volgende varianten berekend (zie bijlage 7).
    A. woningaantal verlagen met 275 woningen tot 250 woningen;
    B. woningaantal verlagen met 25 woningen tot 500 woningen;
    C. woningaantal verhogen met 475 woningen tot 1.000 woningen;
Uitgangspunt hierbij is dat de grondkosten (kosten verwerving, kosten garantieplan civieltechnische kosten en plankosten) niet wijzingen bij de realisatie van meer of minder woningen.

Er is geen directe relatie tussen bijlage 6 en bijlage 7, aangezien bijlage 7 uitsluitend cijfermatig inzicht geeft omtrent de meer en minder opbrengsten zonder een relatie te leggen met een bepaald deelgebied.

Risicobeheersing moet zijn gericht op het beheersen van de cashflow van het project. Door de totale ontwikkeling op te delen in verschillende stappen, kan de zekerheid over een financieel dekkende situatie per stap worden opgebouwd. Een go-/no go besluit voor de betreffende stap wordt pas genomen, indien voldoende zekerheid bestaat over de externe bijdragen en dus sprake is van een financieel sluitende situatie.

9.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
De financiële consequenties per deelgebied in fase 2 (artikel 4 intentieovereenkomst) worden ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.
Geen gebiedsdelen in ontwikkeling te nemen voordat er voldoende financiële dekking is.



10.0 OVERIGE VRAGEN
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

10.1 TEKST VAN DE MOTIE
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
De raad roept het college tevens op alle nog overige gestelde vragen te beantwoorden.

10.2 BESCHOUWING
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
In de commissie van 14 april zijn vele vragen gesteld die het college op 19 april heeft beantwoord.
Deze beantwoording is die dag verspreid, maar kon geen rol meer spelen bij de bespreking van het onderwerp Middenboulevard (mede hierdoor is tot verdaging besloten).

De antwoorden worden u derhalve alsnog aangeboden, om ze betrekken in uw afweging.
Een aantal daarvan komt ook weer terug in deze Nota; daar waar de beantwoording hier verder gaat dan eerder, prevaleert het gestelde in deze Nota (zie bijlage 8).

10.3 WIJZIGINGSVOORSTEL
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]
De toezeggingen gedaan in de beantwoording van de vragen door te voeren in het RFP en het Garantieplan.



Bijlage 1   De motie van 19 april 2005
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]


Motie

Raadvergadering van 19 april 2005
De Raad der gemeente Zandvoort,

Gelezen het voorstel inzake Raadsvoorstel, onderwerp Middenboulevard, Ruimtelijk Functioneel Plan

Gelet op artikel 1 sub d en artikel 34 lid 1 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad

Overwegende dat:

De raad, gelet op de beraadslaging in de commissie van 14 april 2005, vaststelt dat het voorgelegde Ruimtelijk Functioneel Plan nog niet besluitvormingsrijp is en dat de wens bestaat dat het college nog tijd nodig heeft om de opmerkingen vanuit de raad op hun waarde te beoordelen en roept het college op om een nieuw voorstel tot vaststelling van het Ruimtelijk Functioneel Plan Middenboulevard voor te bereiden, waarbij rekening wordt gehouden met de gevoelens van de gemeenteraad met betrekking tot het voorgelegde voorstel, waarbij de navolgende vraagpunten/opmerkingen worden meegegeven:
De raad roept het college tevens op alle nog overige gestelde vragen te beantwoorden.

De raad wenst dat een extra integrale commissievergadering wordt belegd (eind mei/begin juni 2005) voorafgaand aan de gemeenteraad van 9 juni 2005. Dit met de bedoeling de besluitvorming in de gemeenteraad van 9 juni 2005 adequaat voor te bereiden.

En gaat over tot de orde van de dag.

Zandvoort, 19 april 2005

De fractie van het CDA
De fractie van de PvdA

Bijlage 2   Gewijzigde gebiedsindeling
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

../plaatjes/Begrenzing_badhuisplein.gif"


Bijlage 3   Herhuisvestingsmogelijkheden
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

../plaatjes/bijlage3.gif"


Bijlage 4   Varianten RFP
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

Redactie www.middenboulevard.nl :
Spelen met blokjes.
Die blokjes zijn wel 40 à 45 meter bij 40 à 45 meter vierkant.
Dat is dus 4 flats (zoals die welke aan de noordboulevard staan) in een vierkant geplaatst en dan minimaal 6 hoog: Garage + 4 woonlagen + puntdak.
Dat is dus een gigantisch gebouw.
Het college noemt dat kleinere clustermaten (40x40m/45x45m)


../plaatjes/bijlage4.gif"


Bijlage 5   Brief BNG/OPP
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]


Gemeente Zandvoort
T.a.v. de heer M.B.J. Demmers
Postbus 2
2040AA Zandvoort
ONTWIKKELINGS-EN
PARTICIPATIEBEDRIJF
PUBLIEKE SECTOR BV

Koninginnegracht 2
Postbus 16075
2500BB Den Haag
Tel 070 3750 430

Ref. nr.: OPP/ZAMB/GR/05.028     Den Haag, 3 maart 2005

Geachte heer Demmers,
De afgelopen periode hebben wij een tweetal oriënterende gesprekken gevoerd over de verdere aanpak van het plan Middenboulevard en de mogelijke rol van OPP/BNG daarin.
OPP is zoals u aangegeven het Ontwikkelingsbedrijf van de BNG en is opgericht om gemeenten te ondersteunen bij de realisatie van ruimtelijke plannen door risicodragende deelname in grondexploitaties en inzet van inhoudelijk kennis en kunde in de vorm van procesmanagement met in vervolg hierop mogelijk financiering door BNG.
Tijdens en na de gesprekken zijn ons een aantal notities betreffende de Middenboulevard overhandigd, zoals het Ruimtelijk Functioneel Plan van oktober 2004, het Garantieplan eveneens van oktober 2004 en de Grondexploitatie Middenboulevard opgesteld door het bureau BBN van 30 november 2004. Op grond van deze overhandigde notities is ons gevraagd onze mening tee geven over de aanpak en resultaten.
Graag breng ik u hierbij op de hoogte van onze bevindingen.

Na analyse van het Ruimtelijk Functioneel Plan menen wij dat dit plan een zeer ambitieus plan is gericht op het behoud en zo mogelijk versterking van de recreatieve en toeristische positie van Zandvoort. De vraagstelling daarbij is of dit plan niet te ambitieus en risicovol is mede gelet op het geraamde stevige financiële tekort in de grondexploitatie.
Zandvoort heeft een zeer vooraanstaande positie binnen Nederland en de westkust van Europa als badplaats. Het toerisme is dan ook een van de belangrijkste pijlers van de economie van Zandvoort. De toeristische sector is evenwel behoorlijk in beweging. Er worden en zullen in de toekomst andere eisen worden gesteld aan de voorzzieningen in de toeristische sector. Demografische ontwikkelingen met toenemende vergrijzing, andere bestedingspatronen en een andere wijze en omvang van de vrijetijdsbesteding spelen daarin een belangrijke rol. Duidelijk is dat de huidige opzet van het toeristisch kerngebied daarop niet is toegerust. Aanpassing is daarom noodzakelijk. Dat de potentie in deze omgeving aanwezig is staat voor ons daarbij overigens buiten kijf.

Na bestudering van het Ruimtelijk Functioneel Plan menen wij dat dit plan ruimtelijk kwalitatief en commercieel adequaat insteekt op de aanwezige potentie waarbij de ambitie in overeenstemming is met de potentie en noodzakelijke aanpak om de positie van Zandvoort als badplaats cs te kunnen behouden en te versterken.

M.b.t. het geraamde financiële resultaat alsook in de inhoudelijke opzet van het plan menen wij dat optimalisaties mogelijk zijn Dit betreft de invulling en omvang van de gedachte functies in het plan alsook een financiële optimalisatie van bijvoorbeeld de verwervingskosten en grondopbrengsten Aan de ene kant is de lange looptijd van het plan een duidelijke en aanzienlijke risicofactor. doch dit biedt aan de andere kant mogelijkheden om met een goede strategie tot optimalisatie van het plan en de realisatie daarvan te komen.

Op grond van deze overwegingen hebben wij niet het gevoel dat dit uiteindelijk tot een volledige compensatie van het geraamde tekort zat leiden. Wel zal naar onze inschatting het tekort belangrijk verlaagd kunnen worden. Wij gaan er evenwel vanuit dat externe financieringsbronnen voor dit plan zijn aan te boren vanwege de economische positie van Zandvoort in het toerisme en de brede maatschappelijke belangen die daarbij spelen.

Gelet op het voorgaande zijn wij in principe bereid om een risicodragende participatie met mogelijk aanvullende financiering te overwegen De daadwerkelijke invulling daarvan is, zo zult u begrijpen, uiteraard afhankelijk van de verdere planuitwerking en van nader vast te stellen condities en onder voorbehoud van goedkeuring van de Raad van Bestuur van BNG.

Gelet op het planstadium en ter invulling van een eventuele rol van OPP/BNG in de verdere uitwerking stellen wij u voor te werken volgens de gestructureerde aanpak die wij als OPP gewend zijn te hanteren bij de voorbereiding en uitvoering van dergelijke plannen. Wij zijn gaarne bereid u daartoe een nader voorstel te doen. De essentie van een eerste mogelijke stap daarin omvat de opstelling van een haalbaarheidsstudie waarin op basis van de bestaande studies een nadere analyse wordt opgesteld naar de haalbaarheid van het plan in markttechnisch, fysiek en financieel opzicht. M.b.t. het laatste aspect is dit een second opinion van de reeds opgestelde grondexploitatie in combinatie met de analyse van de planoptimalisatie mogelijkheden.

In het vertrouwen hiermede een constructieve bijdrage te hebben geleverd aan de verdere voorbereiding en realisatie van dit ambitieuze plan,

Met vriendelijke groet,
OPP BV

Ir. Gerard C.A. Rodewijk
Directeur


Bijlage 6   Varianten meer en minder woningen per deelgebied
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

../plaatjes/bijlage6.gif"


Bijlage 7   Varianten meer en minderwoningen (op hoofdlijnen)
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

../plaatjes/bijlage7.gif"


Bijlage 8   Reactie van het college op de vragen, wensen en opmerkingen uit de commissievergadering van 14 april 2005.
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]


Bijlage 8

MIDDENBOULEVARD – REACTIE VAN HET COLLEGE OP DE VRAGEN, WENSEN EN OPMERKINGEN UIT DE COMMISSIEVERGADERING VAN 14 APRIL 2005

 Onderwerp (hier geformuleerd in de vorm van een vraag)

8.01 Woningen aan de Burg,.Engelbertsstraat, waarom moeten ze wijken?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Door autonome ontwikkelingen op het gebied van het autobezit en -gebruik ontstaat op steeds meer plekken in Zandvoort een parkeerprobleem. In de Middenboulevard worden daarnaast de polen intensief ingericht en worden in de woongebieden woningen toegevoegd. De parkeerdruk die door de polen wordt veroorzaakt valt daar niet op te lossen (er zijn zoals bekend beperkingen t.a.v. het ondergronds bouwen van garages) en zal dus in de woonzones moeten worden opgelost. Om te voorzien in de oplossing van het parkeervraagstuk is in het duinmodel gekozen in het aanbrengen van een parkeerlaag op de bestaande begane grond met daarboven duin als afdekking en nieuwe gebouwen. Deze oplossing is kwalitatief de beste ook omdat het huidige parkeren op het maaiveld in één keer wordt aangepakt. Dit maakt wel dat bestaande woongebouwen en woningen hiermee niet zijn te combineren en dit geldt ook voor de woningen aan de Burg. Engelbertsstaat. Bovendien gaat het er in het duinmodel om, om doorzicht naar zee te scheppen en geen gesloten rijen woningen te hebben.
Het college heeft gesteld dat het niet goed inziet hoe deze woningen in het duinmodel zijn te behouden, maar heeft zich bereid verklaard in de uitwerking van dit gebied daar nogmaals over te buigen samen met de betrokkenen.

8.02 Waar kunnen de bewoners van de woningen aan de Burg. Engelbertsstraat vervangende woonruimte vinden?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Het antwoord op deze vraag is ruimer genomen.
In de tekening hieronder staat aangegeven waar in het plangebied vergelijkbare woningen worden gerealiseerd of in de bestaande voorraad beschikbaar zijn voor degenen die hun panden moeten verlaten (intern betekent in het deelgebied zelf, extern elders in de Middenboulevard) Zoals eerder gesteld zal met elke betrokkene apart worden besproken wat zijn of haar concrete wensen zijn, mogelijk liggen die voor een deel buiten het gebied Middenboulevard.
../plaatjes/herhuisvesting_EBS.gif

8.03 Kan het garantieplan worden aangepast in de zin van dat er een gesloten beurzen regeling kan komen, met een aan- en terugkoopgarantie, een peildatum voor waardebepaling en een anti-speculatiebeding ?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Ja. De bedoeling van het Garantieplan is steeds geweest de bewoners te compenseren in datgene wat zij kwijt raken, zowel in woongenot als in woonlasten. Het college heeft reeds toegezegd materieel en immaterieel ruimhartig te zijn en dit is het garantieplan en in de exploitatieopzet tot uiting gekomen. De lijn van het college was (n.a.v de het eerste concept van het Garantieplan) zo veel mogelijk de beproefde wettelijke regelingen te volgen en deze ruimhartig toe te passen. Het is mogelijk eigen invullingen op te zetten, waarbij de gevraagde componenten zijn in te passen, maar wel is het dan zaak de regeling op de juiste plaats te laten terecht komen en geen ongewenste bijeffecten te stimuleren. Vandaar de terechte vraag uit de raad om een antispecualtiebeding. Dit zal in formuleringen en procedures tot uiting moeten komen.

8.04 Kan er een actievere benadering van betrokkenen in het gebied worden neergelegd in het garantieplan als het gaat om het aanbod van ondersteuning?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Ja, dit is een tekstaanpassing te vatten.

8.05 Kan de "schaderegeling tijdens de bouw" uit het garantieplan?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Ja. De bedoeling van de tekst is om te melden dat zo veel mogelijk wordt gedaan om overlast te beperken, maar door middel van een tekstaanpassing is te melden dat er geen speciale schaderegeling is (anders dan mogelijke aanspraken op bestaande regelgeving).

8.06 Wat is de opvatting van de ondernemers?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Uit contacten met individuele ondernemers en investeerders en met het georganiseerde bedrijfsleven weet het college dat deze achter de ontwikkelingen staan die door het college met Versteda zijn ingezet.

8.07 Heeft een wellnesshotel slagingskans?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Ja. De markt voor dit soort voorzieningen is nog steeds groeiende. Van oudsher is"baden en kuren" al een favoriete bezigheid van bepaalde groepen in binnen- en buitenland, maar er is sprake van verdergaande verbreding van deze vorm van recreatie, ook door een groeiend aantal ouderen.
Mogelijk dat er enige stabilisatie is door de economische omstandigheden, maar over een langere termijn gezien is dit een groeisector.

8.08 Waar is de inventarisatie van de wensen van de bewoners, is er al gesproken met de individuele betrokkenen?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Er is een woonwensenonderzoek gehouden dat een beperkte respons kende. Individuele gesprekken zullen worden gehouden in de uitvoeringsfase omdat maatwerk gewenst is (zie ook vraag 10 en vraag 12).

8.09 Kan de begrenzing van de pool Badhuisplein en omgeving niet logischer?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Ja. Op onderstaande tekening staat een andere indeling en fasering die ook goed zijn te hanteren.

../plaatjes/Begrenzing_badhuisplein.gif

8.10 Waarom is er niet meer met de bewoners overlegd?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 De participatie-inspanningen van de wethouder hebben niet tot resultaat geleid in de zin dat er een brede instemming met de voorliggende keuze is betuigd. De vraag is of dat verwacht had mogen worden.
De vastgestelde Participatienota zegt dat in dit complexe proces advisering door betrokkenen de gewenste vorm is.
In het traject op weg naar de keuze die nu voorligt is er een structuur ontwikkeld, waarin inbreng in de ontwikkelingsstappen mogelijk was. Ook is er huis-aan-huis informatiemateriaal verspreid met de mogelijkheid van reactie. Daarnaast is er ook veel spontane inbreng geweest.

De raad heeft op 17 juni, bij het in beginsel aanvaarden van het duin(plus)model, aangegeven dat het accent in de betrokkenheid en overleg van dan af op het individu moest liggen.

8.11 Waarom is de Nota van Uitgangspunten 2002 niet gevolgd?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 De Nota van Uitgangspunten is gevolgd.

In een bijlage bij deze notitie staan fragmenten uit de Nota van Uitgangspunten gekopieerd. Het eerste kernpunt is:
"In het gehele gebied Middenboulevard wordt gestreefd naar verbetering van de uitstraling en de beeldkwaliteit".
Verderop staat:
"De punten uit de bovengegeven analyse worden vertaald in uitwerkingen voor de verschillende gebiedsdelen van de Middenboulevard."
en over de woonverbetergebieden:
"De verbeteringen en veranderingen, die daar mogelijk zijn, hebben voornamelijk betrekking op het woningbestand, de woon- en leefomgeving, de verkeersruimte en het parkeren (dit kan ook faciliterend voor de economische functies zijn). Eigenaren van panden en grond, waaronder de gemeente zelf, zullen gezamenlijk tot uitwerkingen komen en de mogelijkheden en onmogelijkheden samen met de huidige gebruikers te bespreken."

Het college heeft in die volgorde aan het RFP gewerkt. Zaak was om eerst het gehele gebied Middenboulevard onder de loep genomen te hebben voor een kaderstellend totaaloordeel over de inrichting, om van daaruit per deelgebied de uitwerking mogelijk te maken van verbeteringen en veranderingen in het woningbestand, de woon- en leefomgeving en de parkeer- en verkeersruimte.
Het inrichtingsprincipe en het kwaliteitsniveau zoals geanalyseerd en verkozen is dus een startpunt voor de invulling en het overleg met de betrokkenen, in de wetenschap dat er samenhang is met de polen en in de wetenschap dat, waar het gaat om de kwaliteitsprincipes, deze ook in de woongebieden tot hoger woongenot leiden. Immers, door duin te kiezen als landsschappelijke tegenhanger van de polen worden de woongebieden aantrekkelijker.
Er is in het wordingstraject gestudeerd op een structuur met een verbinding tussen de polen, maar deze modellen zijn, zoals bekend, mede onder invloed van inbreng van betrokkenen verlaten.

8.12 Waarom is het amendement van juni 2004 niet uitgevoerd?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 In het raadsvoorstel is aangegeven hoe en in welke mate het college het amendement heeft gevolgd. Het college heeft gesteld dat het delen al heeft gerealiseerd en met andere nog bezig is/was. In de commissievergadering van 9 maart jl. proefde het college uit de raad begrip voor het gegeven dat er in dit stadium niet veel verder te gaan is met het verkrijgen van financiële toezeggingen van derden. Ook heeft het m.b.t. het onderwerp "overleg met de direct betrokkenen" gehoord dat het hier qua karakter een uitvoeringsonderdeel is, op te pakken als de voorwaarden (garantieplan) scherp en voldoende ingevuld zijn.
Het college heeft zich steeds bereid verklaard het amendement volledig in te vullen, maar heeft in de loop van de tijd geconstateerd en aan de raad gemeld dat sommige onderdelen moeilijk verder te brengen zijn als de raad niet eerst besluit.

8.13 Waarom zijn de aanbevelingen van procesbegeleider Ouwerkerk niet opgevolgd?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 De heer Ouwerkerk is aan zijn opdracht om ons te begeleiden in het proces begonnen met een eerste oriëntatie bij de raad.
Hij heeft in een rapportage uw gevoelens neergelegd en daaraan het advies verbonden bij de polen te beginnen en de tijd te nemen om voor de overige gebieden keuzes te maken. Zijn suggestie was daarom om het RFP nu nog niet vast te stellen. Het college heeft de aanbevelingen van de heer Ouwerkerk overgenomen op de wijze zoals hij ze heeft bedoeld. Alleen heeft het college dit niet los van het RFP gedaan, omdat naar het oordeel van het college na de vele inspanningen en besprekingen van dit stuk daaraan nu een afsluiting moet worden verbonden. Bovendien is er ook nog de meer besproken samenhang tussen polen en overige gebieden.Daarom heeft het college in de lijn van de heer Ouwerkerk dan ook voorgesteld, om het RFP te aanvaarden als kader voor uitwerking.

8.14 Waarom is er zo veel geld aan de heer Ouwerkerk uitgegeven?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 De kosten aan de werkzaamheden van de heer Ouwerkerk zijn tot nu toe zeer beperkt. De opdracht kostte € 11.000, waarvan de helft door het Ministerie van EZ wordt betaald en tweederde van de andere helft door Vesteda in het kader van de samenwerkingsovereenkomst. Derhalve een bedrag van minder dan € 2.000 voor de gemeente. Deze verhouding geldt ook voor eventuele vervolgen.

8.15 Waar is de volledige financiële dekking onder het plan?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Er is in dit stadium van de planontwikkeling geen andere exploitatierekening mogelijk dan de gepresenteerde. Gebruikelijk is dat de exactheid en de zekerheid van de cijfers groeien met de detaillering bij de uitwerking. Omdat er nog keuzemogelijkheden zijn, moet er ook voor gewaakt schijnzekerheid te scheppen.

Het college is evenwel bereid de komende weken zo ver als mogelijk de financiële consequenties van keuzes en invullingen te laten berekenen, om u meer inzicht te geven Soms zal dat op basis van normatieve aannames zijn.

Ingrepen in de stedelijke vernieuwing kosten per definitie meer dan ze opbrengen; om die reden is er daarvoor al vele jaren een instrumentarium om voor overheidssteun. Het college heeft met het ontwerp RFP publieke en private financiers benaderd en dezen hebben op grond van dit abstractieniveau positief gereageerd.

Er zijn naast subsidiekansen ook optimalisatiemogelijkheden en er zijn mogelijkheden om de gemeentelijke bijdrage in te vullen. In een ambtelijke vingeroefening zijn daartoe enige cijfers op papier gezet. Het college heeft er vertrouwen in dat de financiering haalbaar is, maar vindt dat geen fase ingegaan mag worden als de dekking niet rond is.

8.16 Waarom is er nog geen nadere invulling/second opinion van de financiële onderbouwing?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Het antwoord op deze vraag sluit aan bij dat op vraag 15.

In een brief heeft de BNG/OPP aangegeven hoe zij over het plan oordeelt en wat zij voor kansen zien.
Het college is bereid met BNG/OPP te overleggen of zij in dit stadium ons nog nader kunnen informeren over hun visie, opdat nog in dit stadium wat meer licht op hun insteek kan worden gegeven.

8.17 Welke ruimte is er om de bouwblokken anders in te vullen dan op de maquette ? (Gewezen wordt op de effecten van sommige keuzes uit het model)
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Er is alle ruimte. De maquette is een voorbeeld van de invulling van het duinmodel. Raad en bewoners hebben nog alle invloed op de invulling.

8.18 Betekent een exploitatieverordening dat er baatbelasting wordt opgelegd?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 De Gemeente Zandvoort heeft een door de raad vastgestelde Exploitatieverordening die zegt dat bij bouwplannen (een deel van de) kosten voor het aanbrengen van voorzieningen van openbaar nut, zoals de openbare ruimte op de bouwer kunnen worden verhaald. Er wordt daarover met de bouwer een overeenkomst gesloten. Baatbelasting is een instrument waarbij zittende eigenaren van bedrijfspanden meebetalen aan verbeteringen in de openbare ruimte.
De vraag of de Exploitatieverordening moet worden toegepast is overigens nog niet beantwoord.

8.19 Betekent een aanpak van de polen onvermijdelijk een ingreep in de aanliggende gebieden?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Het is onvermijdelijk dat er in de overige gebieden van de Middenboulevard ook zaken gaan veranderen. Dat is ook zonder onderscheid "polen - overige gebieden" wel helder: meermalen is breed geconstateerd dat alle delen van de Middenboulevard onderhanden moeten worden genomen; de leeftijd en de uitstraling van het gebied vragen hierom. In de wetenschap dat deze toekomst zich aftekent zegt ook de Nota van Uitgangspunten dat er nadere inrichtingsprincipes ter verbetering van de openbare ruimte en de beeldkwaliteit moeten worden bepaald en dat is wat in het kader van het RFP is gedaan. Het college heeft zoals gezegd om meerdere redenen gezocht naar samenhangende keuzes voor het gebied Middenboulevard; bij het parkeren zijn de fysieke beperkingen van de polen een reden extra om zo te werk te gaan.

De aanpak van de woongebieden heeft dus door middel van behandeling in het RFP richting en perspectief gekregen. Dat is ook het enige dat op dit moment als principe vastligt. De rest zal uitgewerkt worden in overleg met de betrokkenen. Ook het tijdstip waarop wordt aangevangen is nog niet bepaald omdat de financiële basis voldoende moet zijn alvorens te starten.

Intussen wordt via het bestemmingsplan wel geregeld dat er geen ongewenste ontwikkelingen optreden.

8.20 Wat gaat er gebeuren met de erfpacht?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Er wordt hard gewerkt aan een voorstel voor een bestuurlijke keuze, hoe om te gaan met de erfpachtcontracten die gaat aflopen.
Een keuze om de huidige contracten niet te verlengen is logisch omdat de contracten van enige decennia terug zijn en de aanslagen die daar uit voortvloeien voor de eigenaren nog dezelfde tarieven hebben als op de ingangsdatum uit 1960 of daaromtrent. Inmiddels is de grond waarop de panden rusten een veelvoud waard van wat daarvoor nu betaald wordt. Hoe het vervolg ook moge zijn – en dat zal voor panden die verdwijnen anders zijn dan voor panden die blijven bestaan – er zal in ieder geval een andere invulling komen dan nu geldt.
Het is in het kader van het project Middenboulevard geen onlogische gedachte, om de opbrengsten uit de grond onder de te handhaven gebouwen (op basis van de erfpacht of wat daarvoor eventueel in de plaats moge komen) onder te brengen in de totale exploitatie van het gebied. Daaruit zou dan kunnen worden geïnvesteerd, zowel in vernieuwing als in verbetering.

8.21 Waar is de reactie op het schrijven van de heer Weilers?
[Index] [Top] [Vorige] [Volgende]

 Het college en de organisatie heeft zich de problematiek van de heer Weilers en zijn bedrijf zeer aangetrokken. In het traject van het RFP is met hem (en omwonenden) tot het laatst toe gesproken, wat er toe geleid heeft dat in het RFP ter plekke een invulling is mogelijk gemaakt, mede gebaseerd op de wensen van de heer Weilers. Het college heeft, hoewel dit formeel niet correct is, de gesprekken met de heer Weilers, die ook na het zenden van zijn brief nog zijn geweest, beschouwd als een reactie op zijn inbreng.
(NB in de kaart onder vraag 9 is het pand van de heer Weilers zoals gewenst en bedoeld in de tijd in een eerdere fase gezet).

8.22 Wat zijn de financiële consequenties van de te verwachte WOZ in het betreffende gebied?
[Index] [Top] [Vorige]

 De toevoeging van woningen en bedrijven aan de voorraad heeft per saldo een verhoging van de inkomsten van de gemeente tot gevolg. In het kader van de WOZ wordt de gemeente voor de inkomsten uit de ‘extra’ panden gekort op de rijksuitkering, waardoor er een beperkter bedrag overblijft. Wel is er dan in het kader van het Gemeentefonds een toevoeging van middelen gebaseerd op de bewoners (aantal en leeftijdsafhankelijk). De extra panden leiden naar verwachting niet tot extra uitgaven voor de gemeente (voor veel gemeentelijke taken voor de burgers gelden kostendekkende tarieven).

Vastgesteld college 19 april 2005

Bijlage: fragment uit Nota van Uitgangspunten

Kernpunten

Uitgangspunt: Verbeteren in vier gebiedsdelen: de ‘woonverbeter-gebieden’
Voor vier gebieden spreken wij van ‘woonverbeter-gebieden’:
De omgeving Vuurboetstraat,
De omgeving Watertoren,
De omgeving De Favaugeplein en de
De omgeving Van Fenemaplein.

De verbeteringen en veranderingen, die daar mogelijk zijn, hebben voornamelijk betrekking op het woningbestand, de woon- en leefomgeving, de verkeersruimte en het parkeren (dit kan ook faciliterend voor de economische functies zijn). Eigenaren van panden en grond, waaronder de gemeente zelf, zullen gezamenlijk tot uitwerkingen komen en de mogelijkheden en onmogelijkheden samen met de huidige gebruikers te bespreken.

Nota van wijzigingen Ruimtelijk Functioneel Plan en Garantieplan Middenboulevard
antwoord op de motie van de gemeenteraad van 19 april 2005