RAADSVOORSTEL
|
|
Onderwerp: |
Middenboulevard, Ruimtelijk Functioneel Plan |
Korte Inhoud: |
Na een intensief proces van meerdere jaren wordt voorgesteld nu in te stemmen met de herinrichting van de Middenboulevard, gebaseerd op een het kwaliteitsniveau en inrichtingsprincipe van het duin(plus) model, zoals dat is vertaald in het Ruimtelijk Functioneel Plan (RFP). Er is een eerste concreet uitvoeringspakket te benoemen met daarnaast uitwerkingsgebieden. |
Bron: |
Bestaand beleid Collegeprogramma Raadsprogramma |
Portefeuillehouder: |
Wethouder de heer M.B.J. Demmers |
Probleemstelling en overwegingen: |
De inspanningen van de Gemeente Zandvoort op het gebied van de Middenboulevard beslaan inmiddels meerder raadsperiodes. Vele varianten om dit gebied het zo noodzakelijke nieuwe aanzien te geven zijn de revue gepasseerd en verworpen. Helder is intussen dat het project veelomvattend en ingrijpend is, maar ook dat oplossingen van kleinere reikwijdte zonder integraal eindbeeld geen alternatief zijn. Gemakkelijke en pijnloze oplossingen zijn helaas niet voorhanden. Het amendement In de afronding van deze fase van het project Middenboulevard heeft het college op grond van het amendement van de raad van juni 2004 de volgende activiteiten verricht: RFP en maquette uitgebracht Ruimhartig garantieplan uitgebracht Financieel doorzicht gegeven (grondexploitatie, faseringsopties, subsidiekansen, samenwerkingspartners, investeringsbereidheid, optimalisatiemogelijkheden) Procesbegeleiding aangezocht. De door de raad gehouden beoordeling van de stand van zaken - gegeven in de integrale commissievergadering van 9 maart - heeft het college een aantal zaken geleerd. Inhoudelijk wordt een RFP gebaseerd op het duin(plus)model gesteund. Een dergelijk RFP geeft een eindbeeld met een gewenst kwaliteitsniveau en een inrichtingsprincipe, dat per deelgebied is in te vullen. Een versie van het RFP, die de bedoelingen duidelijker maakt, wordt op verzoek van de heer Toonen opgesteld. Het ontwerp-garantieplan is materieel en immaterieel zo opgesteld dat het een basis is om maatwerk te leveren. Daaronder in de eerste plaats bevoorrechting en voorrangsregelingen, in combinatie met vergoedingen bovenop de verwerving. De kosten van het garantieplan zijn in de exploitatie opgenomen. Het college zegt in het verlengde daarvan toe, om de bedoeling van de raad ook in de praktijk toe te passen. De inspanningen die zijn geleverd om de financiële invulling te geven, hebben een bodem gegeven voor de verwachting dat het project met de nodige inspanningen uitvoerbaar is. De opvattingen in de commissie hebben er toe geleid dat het college voorstelt geen fases in te stappen voordat de financiële dekking volledig is. Vandaar dat er nu een eerste uitvoeringspakket is benoemd dat op dat punt haalbaar is. Het amendement van juni 2004 heeft gesteld dat op het vlak van betrokkenheid de aandacht zich diende te verplaatsen van algemene participatie naar inbreng en overleg met de direct betrokkenen. Uit de commissievergadering valt op te maken dat het hier om een zwaarwegend aspect gaat en het college is het hier mee eens. Het college is nog steeds bereid om op enig moment het gesprek aan te gaan; zij heeft daarvoor een externe procesbegeleider benaderd. Maar het college is de overtuiging toegedaan dat het beschikbaar zijn van een vastgesteld kader in de vorm van een RFP een veel zinniger omgeving oplevert om te praten dan zonder deze uitgangspunten. Overleg en bespreking kan met een eindbeeld in de vorm van het RFP veel gerichter gaan over de individuele wensen bij de herinrichting. Het college heeft mede daarom voor de gebieden waar dit het zwaarst speelt de uitwerkingsvorm gekozen, zodat er zo veel mogelijk ruimte is om mee te denken over invullingen. Snelle besluitvorming Het college heeft in de commissievergadering geproefd dat nu snel over het RFP moet worden besloten. Onzekerheid is ons aller vijand. Een raadsbesluit op korte termijn is dan ook het streven. Daarbij is de vraag te stellen of de samenleving voldoende kans heeft gekregen om over het RFP zijn mening te geven, alvorens de raad besluit. Zo niet, dan is een inspraakronde gewenst. Het college vindt dat niet lichtvaardig over het niet houden van inspraak bij een onderwerp van deze orde mag worden gedacht. Toch stelt het college dat in dit geval er argumenten zijn om van inspraak af te zien. In de eerste plaats is het planproces open geweest en is de inbreng vanuit de samenleving in woord en op papier gevraagd en ongevraagd omvangrijk. Het scala aan opvattingen dat over dit onderwerp kan worden gegeven lijkt met een ronde van inspraak niet meer uit te breiden te zijn. De raad heeft naar het idee van het college voldoende inzicht in de opvattingen die er leven. De stuurgroep heeft deze reacties gedurende het proces ook gebruikt voor bijsturing (en dit heeft mede geleid tot het duinmodel). In de tweede plaats is het RFP nadrukkelijk een kaderstellend stuk met uitgangspunten dat zijn invulling pas nadien krijgt. Het meest duidelijk en ook zeer nabij is de vertaling ervan in het ontwerpbestemmingsplan; hierover vindt per definitie een inspraakronde plaats. Op grond van deze overwegingen stelt het college het raad voor, nu van een inspraakronde af te zien en tot besluiten over te gaan. Afronding eerste fase Met een besluit over het RFP wordt de eerste fase zoals beschreven in de intentieovereenkomst met Vesteda afgesloten, aangezien deze partner dit stuk ook heeft aanvaard. Dit is een belangrijk gegeven omdat nu een volgende fase kan worden ingegaan, zijnde de voorbereiding van de exploitatiesamenwerking. Er zijn al enige stappen gezet, mede gericht op een verbreding van de samenwerking en op de concrete invulling van de polen, maar het lijkt het college correct de eerste fase af te sluiten (ook wat betreft het krediet) alvorens verder te gaan. Het college heeft al eerder schriftelijk aan u toegezegd, dat het de raad de nadere invulling van de vervolgfasen zal voorleggen en wil deze toezegging hierbij bevestigen. Resumerend De invulling op grond van het duin(plus)model krijgt inhoudelijk zo veel steun en waardering dat alleen daarom al dit model ondersteuning verdient. Maar om dat als enige reden aan te voeren zou het model te kort doen. De kwaliteitsgedachte achter dit model én de vindingrijkheid om in het bebouwde en gedateerde kustgebied Middenboulevard voor investeerders aantrekkelijke invullingen mogelijk te maken zijn even belangrijke aspecten. De keuze voor een RFP gebaseerd op de integrale kwaliteitsbenadering van het duin(plus)model zal onmiskenbaar een impuls aan de bad- en woonplaats Zandvoort geven. Helaas is het niet zo dat er daarmee geen nadelige kanten zouden zijn aan de keuze voor dit RFP. Met tegemoetkomingen en regelingen is niet alle pijn te verzachten of weg te nemen. Het belang om nu een eindbeeld te kiezen om van daaruit ergens mee te kunnen starten is zo groot dat het afzien van stappen in die richting ons ver terug zal werpen. Voor de betrokkenen, voor het bestuur en voor Zandvoort als geheel zou de stagnatie van het project Middenboulevard een zeer slechte zaak zijn. |
Financiële aspecten: |
De huidige stand van het krediet is op dit moment circa € 17.000 positief, waarbij moet worden aangetekend dat er mede in het kader van het project Kwaliteitsimpuls Badplaatsen nog enige verplichtingen zijn. Er zal echter geen overschrijding plaatsvinden. Een volledige eindverantwoording zullen wij u zo spoedig mogelijk aanbieden. |
Voorstel: |
Het Ruimtelijk Functioneel Plan Middenboulevard, gebaseerd op het duin(plus)model, te aanvaarden als kader voor nadere ruimtelijke en functionele invullingen, waarmee een kwaliteitsniveau en een inrichtingsprincipe voor de toekomstige herinrichting van de Middenboulevard wordt vastgesteld; Het ontwerp-Garantieplan te aanvaarden als basis en kader voor de individuele gesprekken met de betrokkenen in het gebied er van uitgaande dat de invulling van het plan plaatsvindt op de ruimhartige benadering die de raad bij de bejegening van de betrokken voor ogen staat; Het college de opdracht te geven de eerste fase beschreven in de Intentieovereenkomst met Vesteda af te sluiten; Het college opdracht te geven de raad een voorstel te doen voor de invulling van de tweede fase en deze niet in te gaan nadat de raad daarover heeft geoordeeld; Bij de concretisering van het RFP in te zetten op een eerste uitvoeringspakket bestaande uit de deelgebieden Watertorenplein, pool Palace, pool Badhuisplein (eerst het zuidgedeelte) en de boulevard; Voor de overige gebiedsdelen de herinrichting te baseren op het kwaliteitsniveau en een inrichtingsprincipe van het RFP, uit te werken in overleg met de betrokkenen; Het Ruimtelijk Functioneel Plan Middenboulevard te aanvaarden als kader voor het ontwerpbestemmingsplan, met inachtneming van het onderscheid concreet uitvoeringspakket en uitwerkingsgebieden; Geen gebiedsdelen in ontwikkeling te nemen voor daar volledige financiële dekking voor is. |
de secretaris, de burgemeester |