Middenboulevard – op de goede weg? (2)
Geacht College,
CDA heeft behoefte te reageren op uw brief van 26 Januari 2005 gericht aan alle leden van de raad en uw recente brief van 7 Februari gericht aan de CDA fractie met kopie aan de leden van de raad.
Uit de laatste paragraaf van uw eerstgenoemde brief maken wij op dat het college er naar streeft de aanpak die de CDA fractie voorstaat , zoals aangegeven in onze brief van 10 Januari en waarin wij ons gesteund weten door andere fracties, om te buigen tot nieuwe informatie- en begeleidings- (optreden Hr Ouwekerk) bijeenkomsten waarvan de bedoeling is vast te stellen dat de “geleverde producten” van het college in overeenstemming zijn met de kaderstellende uitgangspunten en de raadsopdracht bij amendement van 17 Juni 2004
De argumenten die u daarvoor meent te kunnen aanvoeren staan in uw brief van 7 Februari aan onze fractie. U stelt in deze brief (blz 2 onderaan) dat het college bij de tussenrapportage in juni 2004 uitgebreid heeft vastgesteld te hebben gehandeld in overeenkomst met de eerder door de raad vastgestelde beleidstukken.
U gaat er echter aan voorbij dat de raad u in deze in de vergadering van 17 Juni niet heeft gevolgd en uw tussenrapportage voor kennisgeving heeft aangenomen.
Het geheel, uw tussenrapportage werd als te mager en onvoldoende gezien met als gevolg dat uw op deze tussenrapportage gebaseerde ontwerp raadsbesluit voor kennisgeving werd aangenomen en door een integraal amendement werd vervangen.
Aan de uitwerking van dit Amendement is, hoe u ook probeert dit te wenden en te keren, acht maanden later, nog steeds niet voldaan. En in uw brief staat dat er ook niet aan zal worden voldaan! Want u schrijft (blz. 3, tweede alinea): “Derhalve kunnen en zullen wij u geen andere producten aanbieden dan wij hebben gedaan per 15 November jl.”
Wij zien daarom geen enkele aanleiding om terug te komen op hetgeen wij voorstaan , namelijk dat de raad thans op korte termijn een besluit neemt over de door het college op 15 November aangeleverde producten.
Wij gaan niet verder in op uw argumenten in uw brief van 7 Februari omdat wij deze zien als niet relevant en zelfs onjuist. Toch weerhoudt het er ons niet van om op een drietal punten tereageren.
Ten eerste: de zinsnede: ”wij vinden het ongelukkig dat u in uw schrijven stelt, dat wij de bewonersideeën aanmerken als “zelfverrijking” en uit zijn op “grootschalige onteigening” Maar de opmerking over “zelfverrijking” is wel degelijk gemaakt en gehoord tijdens het openbare gedeelte van de infornatieavond op 15 November door de projectleider en heeft tot commentaar geleid van ons maar ook van de VVD fractie en van de bewoners/eigenaars.
Ten tweede: Wat er verder op uw opmerking volgt over de slaagkansen van uw “garantieplan” is niets anders als “wishfull thinking” bedoeld om een façade van “goede bedoelingen” op te houden. Dat blijkt ook al uit de zin: “Daarnaast zijn wij er niet van overtuigd dat zelfs met meer geld (voldoende) draagvlak ontstaat” De “oplossing”staat in het garantieplan; de gemeente gaat uit van schadeloosstelling op basis van de onteigeningswet en zal dit desnoods afdwingen door (grootschalige) onteigening. In uw recentelijk onder de bewoners van de Middenboulevard verzonden boekje “ Koers naar een kansrijke ontwikkeling” geeft u op de laatste pagina aan dat men na 3 keer weigeren van het aanbod tot onteigening overgaat. Als dit de wijze van communiceren is .........................
Ten derde: uw geruststellende woorden m.b.t ontwikkelingsplan en intentieovereenkomst delen wij niet. Artikel 16 lid 2 geeft alleen maar aan dat partijen (zijnde College en Vesteda) opnieuw onderhandelen over bepalingen die dienen te worden vastgelegd voor fase 2 en 3.
Aangezien dit zal geschieden nadat de gemeenteraad fase 1 (=RFP) heeft goedgekeurd staat de raad in feite weer buitenspel het zal metname Vesteda zijn die op basis van het RFP in de huidige vorm die zaken weet af tedwingen die zij van belangachten
P.s ook bij deze intentieovereenkomst zijn wij (de gemeneteraad) betrokken pas nadat het College was uitonderhandeld.
Daarnaast willen wij u er nog op wijzen dat er sinds februari 2004 geen serieus overleg met bewoners en of belangengroeperingen MB heeft plaatsgevonden.
Het CDA zal zich tijdens de te houden extra commissievergadering op 9 maart a.s. richten op de de verantwoordering van de college/stuurgroep wat er nu feitelijk is gedaan met het op 17 juni 2004 aangenomen amendement.
Helaas moeten we tot nu toe constateren dat u weinig tot geen voorderingen heeft gemaakt en vast blijft houden aan uw RFP plan welke ons inziens leiden tot onuitvoerbare plannen die niet in belang van Zandvoort zijn.
Wij hopen dat we nu nogmaals onze standpunten en zorg hebben kunnen toelichten en hopen geen brieven meer te krijgen waarin door het College wordt gesuggereerd als of wij(CDA) niet zorgvuldig, afgewogen en genuanceerd tot oordeelsvorming komen.
Vertrouwend hiermee ons standpunt te hebben verduidelijkt,
CDA fraktie
G.J.Bluijs