Gemeente Zandvoort
Telefoon: 0235740100
Fax: 023 5713724
E-mail: info@zandvoort.nl
Internet: www.zandvoort.nl
Postadres: Postbus 2
2040AA Zandvoort
Bezoekadres: Swaluwestraat 2
Zandvoort
Bankrekening: BNG 28.50.10034
  
CDA-fractie, t.a.v. de heer G.J. Bluijs
ZANDVOORT

i.a.a. overige raadsleden
buitengewone commissieleden
Uw kenmerk: uw brief van 10 jan. 2005
Ons kenmerk: GF/2005/1374
Informatie: H.M. van Steveninck
Doorkiesnummer: 023 574 01 19
Bijlagen: -
   
   
Onderwerp: MiddenboulevardDatum: 7 februari 2005

Geachte heer Bluijs,

In aanvulling op een aantal recente algemene brieven over de Middenboulevard van ons college, waarin wij de raad informeren over onze aanpak van dit moment, willen wij ook nog reageren op uw schrijven van 10 januari jl.

Wij zullen niet in herhaling treden als het gaat om de stapsgewijze aanpak van de Middenboulevard en de volgorde van die stappen. Ook is het u bekend dat er inmiddels wordt gewerkt aan een bijeenkomst over de financiering.

Op een aantal onderdelen van uw brief willen wij ingaan, te weten het Garantieplan, het ontwikkelingsplan en “een RFP dat voldoet aan de wat hierover in de intentieovereenkomst met Vesteda is vermeld” (citaat uit uw brief).


In uw redenering over het garantieplan stelt u dat er, bijvoorbeeld door subsidies, “enkele tientallen miljoenen euro’s” meer gevonden moeten worden om de door bewoners voorgestelde “gesloten beurzenregeling” uit te kunnen uitvoeren, waardoor er noodzakelijk draagvlak ontstaat. Zo niet, zo stelt u, dan is er geen basis om de plannen zonder bijstellen te accorderen.

Wij vinden in deze redenering helaas weinig terug van een zorgvuldige weging hoe met gemeenschapsgelden (subsidies zijn immers gemeenschapsgeld) en belangen om te gaan. Daarnaast zijn wij er niet van overtuigd dat zelfs met meer geld er bij ieder draagvlak ontstaat.

Daarbij vinden wij het ongelukkig dat u in uw schrijven stelt, dat wij de bewonersideeën aanmerken als “zelfverrijking” en uit zijn op “grootschalige onteigening”. Wij begrijpen die toonzetting niet, aangezien hij niet strookt met onze zorgvuldige aanpak. Door de projectleider is op 15 november uitgelegd dat het garantieplan er is om iedereen op maat te bedienen. Met ruime financiële vergoedingen maar ook met zeer veel begeleiding en voorrangs- en overgangsregelingen, juist ook ten behoeve van terugkeer in het gebied. De kracht van dit plan is juist de combinatie van financiële en andere regelingen. Wij gaan daarin zeer ver. En wij stellen ons veel voor van de mogelijkheid om met de betrokkenen tot nieuwbouwplannen te komen, kansen die nu geboden worden.

Wij roepen u dan ook op, zorgvuldig, afgewogen en genuanceerd tot oordeelsvorming te komen.

Ontwikkelingsplan en intentieovereenkomst
In uw schrijven volgt u een redenering die er op neer komt dat na vaststelling van het Ruimtelijk Functioneel Plan het college carte blanche zou hebben om met Vesteda alle vervolgstappen in te vullen.

Wij kunnen u gerust stellen, geen van de vervolgstappen zal zonder de raad worden genomen. Zo dit al niet het gevolg is van formele posities, dan zeggen wij u hierbij toe dat u wat ons betreft daarop kunt rekenen.
Wellicht ten overvloede daarbij de volgende uitleg.

Na de vaststelling van het Ruimtelijk Functioneel Plan zullen verschillende sporen tegelijkertijd gaan lopen.

Eén daarvan kent u: het opstellen van een bestemmingsplan, en de vaststelling daarvan is de volledige bevoegdheid van de raad. Als daar uitwerkingsonderdelen in zitten, is het al eveneens mogelijk die in handen van de raad te houden.

Het tweede spoor is de vormgeving van de volgende fase in de samenwerking met Vesteda. Het is u bekend dat met de invoering van het dualisme het college wettelijk het bestuursorgaan is dat privaatrechtelijke verbintenissen aangaat, en dat gold dus ook de intentieovereenkomst met Vesteda. Maar zozeer als wij na fase 1 de raad een plaats hebben gegeven (vaststelling van het eindproduct fase 1, het Ruimtelijk Functioneel Plan) biedt artikel 16 lid 2 ons opnieuw de ruimte een eindproduct van fase 2 te benoemen waarover u een oordeel moet geven (ditzelfde geldt ook fase 3). Wij waren en zijn daartoe ten volle bereid, dit artikel is niet voor niets zo geformuleerd.
Los daarvan: als er sprake zou zijn van het inzetten van nieuwe middelen, dan zou dat ook uw bevoegdheid zijn.

Het derde spoor is een stedenbouwkundige verfijning van het Ruimtelijk Functioneel Plan om tot bouwplannen en realisatie te komen. Hiervoor is de term Ontwikkelingsplan gebezigd, welk document per deelgebied nadere randvoorwaarden en kwaliteitseisen voor de omgeving, de architectuur en zo voorts stelt en voor dit project langjarig vasthoudt. Het gaat hier dus om de detaillering van het huidige Ruimtelijke Functioneel Plan, dat - of men het nu een visie of een plan noemt - in ieder geval nog niet voldoende houvast biedt voor initiatiefnemers en architecten om te gaan ontwerpen. Ook hier geldt dat de raad een plaats kan krijgen in de beoordeling (men vergelijke dit met de bespreking van de kwaliteitseisen omtrent de brede school in het Louis Davidscarré, in december jl).

Resumerend zien wij dus geen reden voor uw vrees dat de raad niet meer aan bod zou komen in het vervolgtraject. Wij vullen daarbij aan dat u bij een te nemen besluit over het Ruimtelijk Functioneel Plan voorwaarden kunt formuleren en opdrachten kunt geven, zoals ook bij het ‘amendement’ in juni is gebeurd.

Een volwaardig Ruimtelijk Functioneel Plan
U schrijft ons dat wij uiterlijk eind februari de raad een RFP moeten aanbieden dat voldoet aan wat hierover in de overeenkomst met Vesteda is vermeld.

In een in juni 2004 aan u aangeboden tussentijdse verantwoording hebben wij geschreven hoe elk der elementen van de Intentieovereenkomst op dat moment waren en werden ingevuld (Tussenrapportage, bijlage 6). In deze Tussenrapportage stond ook een uitgebreide behandeling van de overige door de raad vastgestelde beleidsstukken.

Mede op basis van die informatie hebben wij kunnen instemmen met de uitwerking van model Duin plus. Dit is door de Stuurgroep Middenboulevard opgepakt en heeft geresulteerd in de aanbieding van een Ruimtelijk Functioneel Plan bestaande uit twee rapporten met bijlagen, een ontwerp Garantieplan, een werkmaquette en een samenvatting.

Wij hebben deze stukken aanvaard met een drietal aantekeningen, waarover wij u eerder schreven. Derhalve kunnen en zullen wij u geen ander producten aanbieden dan wij hebben gedaan per 15 november jl.

Nu de inhoudelijke werkzaamheden van deze fase zijn afgerond, zullen wij de Stuurgroep verzoeken u en ons een schriftelijke weergave te doen toekomen van de wijze waarop de Intentieovereenkomst is ingevuld, bij wijze van verantwoording aanvullend op de Tussenrapportage. Deze informatie kunt u benutten om mede uw oordeel over het RFP op te baseren.

Wij hopen u met het bovenstaande naar behoren te hebben beantwoord.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Zandvoort,

de secretaris, de burgemeester,