Aan: College van Burgemeester en Wethouders en de leden van de Gemeenteraad van de Gemeente Zandvoort.
Datum: 4 april 2005
REACTIENOTA van de CDA – Fractie.
Reactie op Ontwikkelingen Midden Boulevard naar aanleiding van het standpunt van het College van B & W 22 maart 2005 en het raadsvoorstel Middenboulevard, RFP.
De CDA - fractie heeft er behoefte aan om te reageren op het standpunt van het College en het door het College ingediende raadsvoorstel GF/2005/3378, dit in relatie tot het door het CDA aangereikte stuk Middenboulevard maart 2005 CDA “op de goede weg?”
Alvorens kort in te gaan op uw inhoudelijke bezwaren tegen onze aangepaste aanpak het volgende:
De CDA -fractie heeft zich bij het globaal visualiseren van zijn ideeën voor de gewijzigde aanpak gebaseerd op de basisuitgangspunten, de kwaliteitseisen en inrichtingswensen/uitgangspunten van het Duin -plusmodel. Nergens stellen wij dat dit niet het geval zou zijn.
De CDA –fractie heeft in de notitie van het CDA maart 2005 aangegeven, dat het voorgestelde Duinplus model, stedenbouwkundig en planmatig, financiële invulling en aanpassing behoeft.
Dit hebben wij tevens duidelijk kenbaar gemaakt tijdens de integrale commissie - behandeling van 9 maart j.l.
Uw opmerking als of er geen inhoudelijk bezwaren zijn geuit door de Raad is onzin en geschiedvervalsing .
De in ons alternatief aangegeven aanpassingen achten wij noodzakelijk in het licht van de uitgangspunten zoals o.a. verwoord in de Nota van uitgangspunten MB juni 2002 en de haalbaarheid kijkend naar zowel financiële mogelijkheden en het maatschappelijk en politieke draagvlak.
Onze wens tot aanpassing van het RFP is u reeds in onze brief van 10 januari 2004 gemeld. Daar het College geen invulling heeft gegeven aan onze wensen zoals verwoord in dat schrijven, hebben wij uitvoerig aangegeven, dat de CDA –fractie
zou komen met een initiatief.
Het CDA acht het noodzakelijk, dat de voor Zandvoort zo broodnodige en gewenste toeristisch/economisch ontwikkeling van de Polen van de Midden boulevard wordt veiliggesteld door een minder ambitieuze aanpak van de woongebieden vandaar onze variant op het Duin -plusmodel.
Dit is één punt van het amendement van juni 2004: Voorshands kiezen voor het Duin -plusmodel en uitwerkingen maken met meer en minder woningen en toeristisch/economische invullingen.
Onderstaand een korte inhoudelijke reactie op uw bezwaren zoals verwoord op pagina’s 7 en 8 van uw standpuntbepaling van 22 maart j.l.
- In bovenstaande opmerkingen vindt u terug hoe wij over uw opmerking onder 1 denken en dat we met de tekening en de toelichting aan hebben gegeven waar onze inrichtingsbehoefte ligt.
- Onze invulling van de polen is gelijk aan die van uw plannen , zelfs met meer mogelijkheden op het Fenemaplein. Het verhaal over het uitbrengen van een behoudende variant , na het debacle Herben(lees uw commentaar), is niet aan de orde. Voor het alternatief van het CDA is wel degelijk draagvlak te bereiken zie brieven van alle VVE’S en bewoners.
- Ons alternatief moet wel degelijk gezien worden als een geheel, ook u spreekt in uw plannen over deelgebieden genummerd van 1 t/m 9.
De door u nu voorgestelde aanpak om eerst de polen aan te pakken, splits u zelf uw eigen visie 3b op door alleen eerst de polen te ontwikkelingen.
- Wij hebben bij onze plannen het verder niet gesproken over de invulling van openbare ruimte in detail en kwaliteit.Zoals eerder aangegeven sluiten wij aan bij het kwaliteit - en belevingsniveau van het Duin -plusmodel.
In onze doorrekening hebben wij wel degelijk rekening gehouden met kwalitatief hoogwaardig opknappen van openbare ruimtes. Onze doorrekening van de grondexploitatie ( 50 miljoen) met een te kort van ongeveer 33 miljoen is daar debet aan. Wij gaan verder dan als wat u nu voorstelt.
- Toevoeging van nieuwe elementen is voor wat betreft de gebieden uw nummering: 1 (Vuurboetstraat e.o.) en gedeelte 3B Badhuisplein en 4 ( De Fauvageplein/Engelbertstraat) inderdaad beduidend minder.
De CDA -fractie beschouwt deze gebieden als woonverbeteringsgebieden waar in samenspraak en in overeenstemming met de eigenaren/bewoners tot aanpassing en verbetering kan worden overgegaan. Voor de andere gebieden daarin tegen is zelfs meer ruimte voor ontwikkelingen.
Eén detail nog, in de ambtelijke notitie als reactie op het CDA alternatief, wordt ook gesproken over de wens tot afbraak van het Casino gebouw (De CDA notitie zou daar te kort schieten?). In alle doorrekeningen zijn deze extra kosten van verwerving, wij schatten zo’n 8 a 10 miljoen, niet mee genomen. Dit geeft nog maar eens aan hoe er vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt gedacht en gehandeld.
Conclusie t.a.v. stedenbouwkundige aanpak:
De conclusie is dan ook dat vanuit stedenbouwkundig oogpunt het wel een acceptabel plan kan zijn maar dat de voorgestelde planmatige aanpak en de financiële planning onhaalbaar en niet realistisch zijn.
U komt er zelfs nu al op terug door gebied 3B te gaan opsplitsen in uw eerste faseringsaanpak (zie notitie 22 maart j.l van het college) en verdere uitwerking te koppelen aan de haalbaarheid. M.a.w als het niet haalbaar is dan gebeurt daar niets.
Daarnaast heeft de intensivering van woningbouw op de Middenboulevard zoals verwoord in het Ruimtelijk Functioneel Plan gepresenteerd op 15 november 2004 hebben in zeer sterke mate de overhand heeft gekregen op het oorspronkelijke uitgangspunt: “ het opwaardering van de kwaliteit van de badplaats Zandvoort te beginnen bij de polen en vervolgens te vernieuwen zodra er draagvlak is”
Conclusie t.a.v. financiële kaders:
De doorrekening van die plannen in de nu in voorliggende grondexploitatie leiden tot onverantwoord groot tekort en zeer grote risico’s zowel juridisch als financieel voor de gemeente Zandvoort. Dat de BNG nu ingeschakeld wordt om de grondexploitatie vanuit een breder perspectief te gaan vaststellen en onderzoeken geeft aan dat in het huidige RFP de onderbouwing zoals wij ook tijdens de commissie vergadering hebben aangegeven ruim onder de maat is gebleven.
Voor de toeristisch/economische ontwikkeling zijn nog vele onderzoeken nodig, zie het lopende onderzoek van de KvK en het nog niet hebben van een specifieke partners voor deze ontwikkeling. Ook zijn de vele ondernemers in het gebied o.i onvoldoende geïnformeerd en betrokken geweest.
Conclusie t.a.v. Draagvlak en Garantieplan:
Kijkend naar het draagvlak onder de bewoners voor grootschalige sloop van hun woningen en het resultaat wat dat uiteindelijk op levert staat niet in verhouding tot de imago schade aan het product Zandvoort(zeer lange procedures met leegstand) en de kansen op een financieel debacle.
Daarnaast is het garantieplan niet voldoende en niet ruimhartig genoeg,
Ook andere partijen m.n. PvdA wensen hier volstrekte duidelijkheid over.
Als laatste is er in zijn geheel geen goed structureel overleg geweest met de eigenaren/bewoners in het gebied, deelplanbesprekingen hebben niet geleid tot enig resultaat. Zelfs aan uw toezeggingen in januari 2005 (lees brief 4 jan. College B&W, wij citeren: “Een ander prominent onderdeel uit het amendement, het horen van de betrokkenen in het gebied, is nu onze volgende prioriteit(dit schrijft men op 4 jan 2004?). voorbereidingen worden getroffen. Door ons is een profielschets vastgesteld voor een procesbegeleider; ook zijn er middelen beschikbaar. In de eerste maanden van 2005 zal ook dit onderdeel worden ingevuld”,einde citaat.
Dat u dat nog voor het vaststellen van RFP zou doen voert u niet uit en heeft u nog op geen enkele wijze invulling gegeven.
Resumé
Op dit ogenblik ligt er ons inziens geen Ruimtelijk Functioneel Plan (RFP) dat voldoet aan de eisen waaraan het Ruimtelijk functioneel Plan Midden Boulevard moet voldoen: zoals de punten genoemd in artikel 7 en het feit dat dit RFP dient te voldoen aan de criteria: een stedenbouwkundig, financieel en programmatisch plan te zijn. Met name de laatste twee punten zijn onvoldoende onderbouwd.
Destijds is het “duinplus” model benoemd als basis voor verdere ontwikkelingen van gewenste varianten. Uitdrukkelijk is door het CDA gesteld dat de “plus” staat voor varianten, gebaseerd op voorkeuren en ontwikkelingen (maatschappelijk en financieel)
Dit alles wordt ons ook ingegeven door het feit dat het college er na het indienen van het amendement van 17 juni 2004, nu ruim 9 maanden later op bijna alle punten onvoldoende resultaat heeft geboekt.
Hoogachtend,
CDA – fractie Zandvoort
Bijlage 1: CDA -fractie uitgangspunten voor Ruimtelijk Functioneel Plan
CDA – fractie uitgangspunten voor een gewijzigd RFP zijn als volgt:
- Ten aanzien van het project Middenboulevard te kiezen voor een ontwikkeling gebaseerd op Nota van uitgangspunten Midden Boulevard juli 2002 en Structuurschets december 1996 waarbij de ontwikkeling van de polen, zijnde de gebieden Palacehotel en omgeving, Badhuisplein en omgeving en daarnaast het Watertorenplein, als eerst ter hand worden genomen.
- Voorts de gebieden Middenboulevard -Midden (tussen de polen) en Vuurboetstraat en omgeving te ontwikkelen in samenspraak met bewoners en ondernemers, waarbij de nadruk ligt op het op welstand brengen van de woningen en omgeving en waarbij vernieuwingen en verbeteringen worden voorgesteld in overleg met de betrokkenen, waarbij voor de kwaliteit van de openbare ruimte aansluiting wordt gezocht bij uitgangspunt van het Duinplus model.
- Het Ruimtelijk Functioneel aan te passen en zodanig te maken dat het een volwaardig stedenbouwkundig, financieel en programmatisch plan wordt. waarna één bestemmingsplan kan worden ontwikkeld.
Op hoofdlijnen zijn dat de onderstaande uitgangspunten:
- Minimale sloop van bestaande woningen.
- Maximale mogelijke toeristisch -economische invulling.
- Op gewenste kwaliteitsniveau brengen van de woongebieden en openbare ruimtes.
- Vernieuwingen en verbeteringen in de vier woongebieden (zie nota van uitgangspunten Juni 2002) worden voorgesteld in overleg en met de betrokkenen.
- Beperking financieel risico (grondexploitatie zo laag mogelijk houden).
- Haalbaarheid, waardoor makkelijker subsidies worden binnengehaald.
- Realiseren van parkeerplaatsen ten behoeve van toeristen en bewoners.
- Draagvlak bij meerderheid Gemeenteraad en bewoners.
CDA – fractie Zandvoort.